Verdeeld Kroatië moet Europese eenheid bewaken

vrijdag 7 februari 2020, 8:10, analyse van Ruben Sansom

Met het terugtrekken van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, is de EU voor een keuze komen te staan: verdere afbrokkeling van de Unie accepteren, of een tegenbeweging in gang zetten die de Europese eenheid omarmt en versterkt. Voortzetting van de status quo van voor juni 2016 lijkt onhoudbaar. Zoals Kroatië, de EU-voorzitter in het eerste half jaar van 2020, het in zijn programma formuleert: ‘The Croatian Presidency comes at a time of great changes for the European Union’.

De Europese instellingen zijn eensgezind in hun keuze voor de tweede optie: de EU versterken. Het programma van de nieuwe ‘geopolitieke’ Commissie-Von der Leyen staat bol met grootse ambities. De Green Deal en het bijbehorende Duurzaam Investeringsplan ter waarde van 1000 miljard euro is hiervan het meest aansprekende voorbeeld. Bovendien hebben de twee machtigste regeringsleiders, Emmanuel Macron en Angela Merkel, de agenda van de Europese Raad ‘gekaapt’ met hun aanzet tot het organiseren een Conferentie over de Toekomst van Europa. Tot nu toe gaat het Parlement enthousiast mee met de voorstellen van de Commissie en Europese Raad.

Kroatische verdeeldheid pijnlijk blootgelegd

Als kersverse voorzitter van de Raad van de Europese Unie is het aan Kroatië om dit ambitieuze decennium af te trappen. Het mag zeker symbolisch heten dat de jongste lidstaat in zijn eerste periode als EU-voorzitter het vertrek van de Britten mag overzien. Maar het Kroatisch voorzitterschap vertegenwoordigt meer dan alleen het nieuwe Europese optimisme dat de Commissie-Von der Leyen uit wil stralen. Op 5 januari verkoos Kroatië namelijk een nieuwe president. De verkiezingscampagne gaf een strijd tussen eenheid en verdeeldheid bloot die ook op Europees niveau woedt.

De functie van de Kroatische president is op politiek vlak beperkt tot enige inspraak in het buitenlands beleid. De daadwerkelijk macht ligt bij premier Andrej Plenkovic van de centrumrechtse Kroatische Democratische Unie (HDZ). Zijn partijgenoot, Kolinda Grabar-Kitarovic, ging als zittende president als grote favoriet de verkiezingen in. De rechts-populistische ex-volkszanger Miroslav Skoro wist echter in de eerste ronde tot ieders verbijstering 24 procent van de stemmen voor zich te winnen. Daarmee werd hij nipt uitgeschakeld, maar tijdens de campagne had hij Grabar-Kitarovic dermate veel schade toegebracht dat sociaaldemocraat Zoran Milanovic er vervolgens met de overwinning vandoor kon gaan. Skoro dreef Grabar-Kitarovic steeds verder naar rechts in haar pogingen om overlopende kiezers te behouden. Toen ze het na het uitvallen van Skoro opnam tegen Milanovic stemden deze kiezers niet op haar, maar bleef het grootste deel helemaal weg.

Kroatië, dat de Raad nu voorzit onder de kop ‘a strong Europe in a world of challenges’ stortte tijdens de verkiezingsperiode zelf in een strijd tussen eenheid en verdeeldheid. De traditionele achterban van de HDZ werd verscheurd in een deel dat vasthield aan de ‘Christelijke centrumrechtse waarden’ (in de woorden van Plenkovic) en een ander deel dat Skoro volgde in zijn betoog tegen verdere opname van migranten en tegen het etablissement. Ook de politieke top van Kroatië is ten tijde van de ingang van het Kroatisch voorzitterschap verdeeld geraakt, gezien de president en premier nu niet langer tot dezelfde partij behoren.

Na de eerste ronde had Grabar-Kitarovic nog om eenheid geroepen. Ze zei toen begrip te hebben voor de frustraties van de aanhangers van Skoro, maar dat zij ervoor moeste waken niet voor de ‘wij tegen zij’ retoriek van Milanovic te vallen. Milanovic zelf kondigde na zijn overwinning aan dat de Kroaten van hem ‘geen zoetsappige verhalen over eenheid’ hoefden te verwachten. In haar speech reageerde Grabar-Kitarovic stellig: ‘Voor sommigen is eenheid misschien een armzalig woord. Voor mij is het dat niet.’

Europese eenheid kent een prijs

Dat Kroatië nu indirect door een debat over migratie wordt verdeeld, zal de Europese leiders weinig verbazen. Het is immers een thema dat ook op Europees niveau voor grote verdeeldheid zorgt, zowel in het verleden als het heden. Dit geldt niet alleen voor migratie naar Europa van buitenaf, maar ook voor interne migratie. Centraal en Oost-Europa kampen met een sterke bevolkingskrimp die voor het grootste deel aan migratie naar West-Europese landen te wijten is. Zo is de bevolking van Litouwen sinds 1990 met 23 procent gekrompen en wordt verwacht dat de bevolking van Bulgarije tussen nu en 2050 van 7,2 tot 5,2 miljoen zal afnemen. Ook Kroatië ondervindt grote problemen, dus luidt Plenkovic met de ingang van het Kroatisch voorzitterschap de noodklok. Daarmee hoopt hij meer geld los te maken voor de Europese cohesiefondsen, die onder andere subsidies verlenen aan Europese krimpregio’s.

De budgetten van die fondsen vallen onder het Meerjarig Financieel Kader. De onderhandelingen over het MFK zullen naar alle waarschijnlijkheid afgerond worden terwijl Kroatië aan het roer staat in Europa. Veel West-Europese willen het budget laag houden, omdat met een hoger budget meer geld naar Centraal- en Oost-Europa stroomt. Toch is dat misschien de prijs van Europese eenheid. Als de EU ambities die vooral in het Westen gesteund worden waar wil maken, zoals de Green Deal en volledig vrij verkeer van personen, dan zal het Centraal- en Oost-Europa op financieel sleeptouw moeten nemen om Europa niet te verdelen in ‘winnaars’ en ‘verliezers’. Die betalingen zijn op hun beurt voor de Westerse kiezer niet altijd even goed te behappen.

Eenheid en verdeeldheid hebben geopolitieke gevolgen

Oost-West verhoudingen spelen ook een belangrijke rol in het uitbreidingsvraagstuk. Macron, die de aanzet gaf tot de Conferentie over de Toekomst van Europa, trapte hard op de noodrem toen de Commissie de toetredingsprocedures van Albanië en Noord-Macedonië wilde starten. De toekomstvisie van Macron is er één van een Europa dat in staat is zich als geopolitiek blok op te stellen: om een solide tegenwicht aan de Verenigde Staten, China, Rusland en Turkije te bieden. Volgens hoogleraar Mathieu Segers wil Macron om die reden niet dat de Europese Unie zich verder uitbreidt door de toetreding van deze (deels) islamitisch georiënteerde Balkanlanden. De eenheid van de EU als geopolitiek blok tegenover de Atlantische en de islamitische wereld zou daardoor achteruit kunnen gaan.

Macron wil het klein houden: eensgezindheid vinden met 27 lidstaten blijkt al moeilijk genoeg. Toch kan deze aanpak averechts uitpakken. Zo waarschuwt Europarlementariër Kati Piri dat Oost-Europa juist steeds meer richting Rusland en Turkije gedreven wordt wanneer Westerse regeringsleiders de Europese agenda domineren en weinig oog lijken te hebben voor hun collega’s in het oosten. Dat geldt voor landen die nog geen lid zijn van de EU, maar ook de relatie met Oost-Europese lidstaten wordt er bepaald niet beter op. Die zien hun (bijna) buurlanden meestal graag toetreden.

Zo ook Kroatië, dat in zijn programma voor het EU-voorzitterschap aangeeft de onderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië zo snel mogelijk te willen starten. Of Kroatië Macron hier als voorzitter wel toe kan zetten valt te betwijfelen. Wat wel duidelijk is, is dat de eenheid van West- en Oost-Europa een hoofdrol zal spelen in zowel het Kroatisch voorzitterschap als de Conferentie over de Toekomst van Europa. Geopolitiek, het uitbreidingsvraagstuk en zelfs het MFK zijn stuk voor stuk verwikkeld in de zoektocht naar Europese eenheid.

Ruben Sansom is betrokken bij de centrale redactie van PDC en in die functie verbonden aan het Montesquieu Instituut als redacteur van de Hofvijver.

Deze bijdrage stond in