Die ándere politieke oriëntatie op het gemeentehuis: Over stemgedrag en (on)partijdigheid van gemeenteambtenaren

maandag 26 februari 2018, Caspar van den Berg en Daniel Feitosa

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen worden er veel gepeild: Wat is het politieke stand van gemeenteland? Weinig is echter bekend over de politieke stand in de ambtelijke gangen van het gemeentehuis. Wat stemmen gemeenteambtenaren, en wat maakt dat eigenlijk uit voor het werk dat zij doen? In hoeverre is ambtelijke politisering, waarover we ten aanzien van de rijksdienst steeds meer horen, ook een thema op lokaal niveau?

Om deze vragen te beantwoorden, heeft de Campus Fryslân, samen met Binnenlands Bestuur, DisGover en de Vereniging van Wethouders, een grootschalige enquête onder gemeentenaren gehouden. 1020 respondenten vulden de vragenlijst in, een steekproef die representatief is voor de gehele populatie van gemeenteambtenaren ten aanzien van man-vrouw, leeftijd en functieschaal. Enkele eerste bevindingen volgen hieronder.

De eerste vraag is: Gáán gemeenteambtenaren stemmen, en zo ja, waarop? Allereerst valt op dat maar liefst 97 procent van de beroepsgroep van plan is te gaan stemmen, én al weet waar deze stem naartoe gaat. Dat is een bijzonder hoog percentage in vergelijking met de bevolking als geheel: in 2014 was de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen over heel Nederland gemiddeld genomen niet hoger dan 54 procent.

Traditioneel is de PvdA favoriet onder ambtenaren, maar deze voorkeur laat een kentering zien: Stemden bij de Kamerverkiezingen in 2012 nog bijna één op de drie ambtenaren (29 procent) op de PvdA, bij de raadsverkiezingen van 2014 was dat percentage gedaald tot 21 en bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2015 tot 19 procent. Nu geeft 14 procent van de gemeenteambtenaren aan nog van plan te zijn op de PvdA te gaan stemmen. Grote winnaar is GroenLinks (18 procent), gevolgd door D66 (16 procent), PvdA (14 procent), VVD (13 procent) en CDA (11 procent). In totaal is 12 procent van de ondervraagden van plan op een lokale partij te stemmen. Opvallend laag scoren de PVV, DENK en FvD, hetgeen verklaard wordt doordat men slechts in enkele gemeenten op deze partijen kan stemmen.

 

De grote politieke betrokkenheid van gemeenteambtenaren blijkt niet alleen uit de hoge voorgenomen opkomst, maar ook uit het hoge percentage ambtenaren dat lid is van een politieke partij: 22 procent, versus 2,5 procent van de Nederlandse bevolking als geheel.

Op het links-rechtsspectrum plaatst 55 procent van de ambtenaren zichzelf links van het midden, 16 procent in het midden en 29 procent rechts. Afgaande op de huidige zetelverdeling in de Tweede Kamer, werken er op de Nederlandse gemeentehuizen dus beduidend meer mensen met een linkse politieke visie dan binnen de samenleving als geheel. Wil dat ook zeggen dat zij meer invloed hebben op de bestuurders? Dat is niet meteen te zeggen. Gemeenteambtenaren die D66, VVD en PvdA stemmen, hebben meer dan evenredig directe interactie met wethouders, terwijl gemeenteambtenaren die op GroenLinks of een linkse lokale partij stemmen, juist minder dan evenredig directe interactie met wethouders hebben.

 

Daarnaast is van belang in hoeverre gemeenteambtenaren politiek-bestuurlijk gevoelig zijn (het bewust rekening houden met de politieke verhoudingen rondom een bepaald beleidsonderwerp), en in hoeverre ze partijpolitiek neutraal zijn bij het uitvoeren van hun ambtelijke taken. Het blijkt dat stemmers op D66, GroenLinks, PvdA, PvdD, en SGP bovengemiddeld politiek-bestuurlijke sensitief zijn, en dat stemmers op VVD, CDA, CU, 50PLUS en lokale partijen een minder dan gemiddelde politiek-bestuurlijke sensitiviteit bezitten.

 

Waar politiek-bestuurlijke sensitiviteit gezien wordt als een professionele deugd voor ambtenaren, worden ambtenaren vanzelfsprekend niet geacht om hun eigen politieke voorkeur een rol te laten spelen bij de inhoudelijke advisering van hun wethouder. Doen zij dat wel, dan zijn zij niet langer politiek onpartijdig. Over de hele linie gaf 18 procent van de respondenten aan dat de eigen politieke voorkeur mede bepaalt hoe zij hun bestuurder adviseren. Uitgesplitst naar partij, komt naar voren dat gemeenteambtenaren die SP, GroenLinks, PvdA, PvdD en lokaal links stemmen bovengemiddeld de neiging hebben om hun eigen politieke visie te laten doorklinken in de advisering aan hun bestuurder. Stemmers op VVD, D66, SGP en lokaal midden en rechts zijn juist méér dan gemiddeld politiek neutraal in het bedienen van hun wethouder.

 

Het beeld dat uit dit onderzoek naar boven komt is dat als het gaat om de politieke houding van ambtenaren ten opzichte van hun werk, het traditionele links/rechts-onderscheid nog steeds relevant is. Hoe linkser de eigen politieke oriëntatie van de ambtenaar, hoe groter de kans is dat hij/zij zich op een meer politieke wijze tot zijn/haar werk verhoudt. Andersom geldt hetzelfde: hoe rechtser de eigen politieke oriëntatie van de ambtenaar, hoe groter de kans dat hij/zij zich op een meer politiek neutrale wijze tot zijn/haar werk verhoudt.

Daarnaast is van belang dat de politieke voorkeur van gemeenteambtenaren ook per beleidsterrein verschilt. Deels als gevolg van zelfselectie en deels als gevolg van socialisatie, zijn ambtenaren in het sociaal domein meestal linkser georiënteerd, ambtenaren die zich met openbare orde en veiligheid bezighouden rechtser, en ambtenaren werkzaam in het ruimtelijk domein in het midden. Dat blijkt ook uit dit onderzoek. Ambtenaren die binnen de gemeente in het sociaal domein werkzaam zijn, stemmen nóg iets meer op GroenLinks, D66 en de PvdA, en minder op het CDA, de VVD en lokaal rechts. Die gegeven is interessant, omdat deze ambtenaren sinds 2015 de decentralisaties in het sociaal domein hebben uitgevoerd, terwijl de principes van deze operatie (meer individuele zelfredzaamheid en een terugtredende overheid) niet overeen lijken te komen met de politieke visie van deze ambtenaren.

 

Dit onderzoek bevestigt, enigszins chargerend gesteld, het beeld van de linkse ambtenaar als maatschappijbestormer, en schetst een beeld van de rechtsere ambtenaar als een meer neutrale dienaar van de publieke zaak. Aan beide opstellingen zitten positieve en minder positieve kanten: Maatschappijbestormers zijn sterk gemotiveerd en hebben hart voor de samenleving, maar moeten uitkijken dat ze niet zelf op de stoel van de politicus/bestuurder gaan zitten. Neutrale dienaren van de publieke zaak zijn loyaal en professioneel maar hebben wellicht minder oog voor de steeds belangrijker wordende politieke context van het ambtelijke werk, ook op lokaal niveau.