Verkiezingsbeloftes en het aanzien van de politiek?

woensdag 26 augustus 2015, 13:04, analyse van Prof.Mr. Aalt Willem Heringa

DEN HAAG (PDC) - In de campagne voor de verkiezingen van 2012 zei Rutte dat als hij premier zou worden er geen nieuw hulppakket naar Griekeland zou gaan. Toch stemde hij in 2015 stemde in met zo’n omvangrijk steun pakket voor Griekenland. 

Is dat het breken van een belofte en slecht voor het aanzien van de politiek? Ten eerste kan gezegd worden dat de omstandigheden tussen 2012 en 2015 zijn veranderd, aanzienlijk zelfs. Hoe lang geldt een tijdens verkiezingstijd gedane zo specifieke belofte en geldt die no matter what? Inmiddels zijn we drie jaren verder. 

De positie van Nederland binnen de EU en ESM 

Het is goed om ons te realiseren dat EU en ESM besluitvorming weliswaar bij unanimiteit geschieden maar dat het niet eenvoudig is om als klein land dwars te gaan liggen en te blijven liggen. Met consequenties die enorm en onvoorspelbaar zijn. Dan kun je maar beter een belofte breken. Was het dan wel verstandig om in 2012 zo stellig te zijn? Nee, kennelijk niet. Het gebeurt natuurlijk wel meer (zoals bij voorbeeld ten aanzien van de AOW leeftijd en de hypotheekaftrek), maar iedere stelligheid kan in een land en een EU waar bestuurd wordt met compromissen en consensus later tegen je gebruikt worden. Daar botst de wens van duidelijkheid voor de verkiezingen met de noodzaak van compromissen en ook de snelheid van vele ontwikkelingen.

Het kabinet zat prominent in de onderhandelingen met en over Griekenland. Weliswaar niet bij alle gesprekken en ultieme onderhandelingen waar het vooral draaide om Merkel, Hollande en Tusk, maar wel met Dijsselbloem als voorzitter van de eurogroep. En die rol maakte het verder uiteraard eveneens lastig om een afwijkende koers te varen. De wens tot belangrijke functies in de EU en de vrijheid om een vrije eigen koers te varen kunnen elkaar soms bijten.

De Tweede Kamer

Over de merites van de zaak bleek uiteindelijk alleen VVD (met één dissident lid), PvdA en D’66 voor (althans niet tegen…) het steunpakket. Van veel andere fracties verbaasde mij de tegenstem (of het gebrek aan steun), zoals CU, SGP, Groen Links en CDA. Was dat een tegenstem in de comfortabele wetenschap dat er toch wel een meerderheid was? Of was het een tegenstem vanwege de zwaarte van de aan Griekenland opgelegde eisen (Groen Links) of omdat men werkelijk vindt dat Griekenland de euro maar moet verlaten? Vinden deze partijen werkelijk dat Nederland als enige land nu dwars had moeten gaan liggen, met alle (ook geo-politieke) consequenties van dien? Het CDA heeft daarnaast nog de erfenis van haar vroegere minister De Jager, die destijds instemde met eerdere steun en dienaangaande verklaarde dat alle leningen zouden worden terugbetaald. Het huidige pakket vloeit in zekere zin voort uit de eerdere en maakt dat voorlopig de leningen kunnen worden terugbetaald. Nu niks doen betekent zeker dat die eerdere leningen niet worden terugbetaald.

Het aanzien van de politiek

Is het aanzien van de politiek nu geschaad? Het hangt er uiteraard van af of we vinden dat politieke partijen inderdaad hun specifieke beloftes moeten uitvoeren en waarmaken. Bij voorbeeld omdat we dat netjes vinden (voorkomen van ‘kiezersbedrog’) of omdat we vinden dat er zoiets is als een mandaat van de kiezer voor de politieke partij die op grond van een programma verkiezingen wint. Het laatste is juridisch in ieder geval niet juist: er is niet een juridische binding, hoogstens een morele. Inderdaad kan het schenden van vertrouwen door een belofte niet na te komen leiden tot gebrek aan vertrouwen in die partij en misschien in de politiek als zodanig. Het eerste is dan een prima sanctie, maar de vraag is of dat verband zo eenduidig is. Het tweede is vervelend voor die andere vertrouwenwekkende partijen, maar het is wel erg simpel om die link te leggen.

Natuurlijk breekt Rutte een belofte. Maar dat is haast inherent aan regeren in Nederland en in de EU. Dat regeren leent zich dan ook veel minder goed voor dit soort one-liner achtige simpele beloftes. Dat maakt het dan wel lastig voor genuanceerde middenpartijen om campagne te voeren. Daarom zitten de tegenstemmers ook niet in de regering: daar mag de nuance wel wat ontbreken. De vraag is of dat niet net zo slecht is voor het aanzien van de politiek. Had het CDA, of de CU of de SGP of Groen Links met regeringsmacht ook tegen gestemd? Niet gezegd kan worden dat Rutte en Dijsselbloem niet strak in dit dossier zaten en met Duitsland tegen Griekenland zeer kritisch zijn opgetreden. Dat er eigenlijk geen meerderheid was (omdat de VVD zeer contre coeur instemde) is evenzeer of zo niet meer zorgelijk.