Met waterschappen moet niet worden geëxperimenteerd

Marleen van Rijswick, Hoogleraar Europees en nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht

Op 18 maart vinden tegelijk met de verkiezingen voor de Provinciale Staten de waterschapsverkiezingen plaats. Men hoopt zo op een hogere opkomst. Bij de vorige waterschapsverkiezingen was de opkomst heel laag, zo'n 23 procent. Daaruit werd door sommigen afgeleid dat de democratische legitimatie van de waterschappen te klein is en dat ze beter afgeschaft kunnen worden. Marleen van Rijswick betoogt dat het waterschap als een zelfstandig direct gekozen bestuursorgaan in stand moet blijven. Een experiment als het samenvoegen met de provincies is volgens haar een oplossing voor een probleem dat er eigenlijk niet is.

Het bestaansrecht van de waterschappen is een terugkerende discussie. Waarom zou je voor het waterbeheer een aparte overheid hebben, met een eigen regelgevende bevoegdheid en een zelfstandige mogelijkheid belasting te heffen? Dat hebben we voor de zorg of het onderwijs toch ook niet? Duidelijk is dat Nederland al bijna 1000 jaar een aparte overheid heeft voor het waterbeheer. De reden daarvoor is dat Nederland een betrekkelijk uniek land is wat betreft overstromingsrisico's en de afhankelijkheid van goed waterbeheer om leven en werken in onze delta mogelijk te maken. Op de risicokaart van Nederland is duidelijk te zien dat grote delen van Nederland onbewoonbaar zijn zonder goed waterbeheer. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat de kans om te overlijden als gevolg van een overstroming tien keer groter is dan alle externe risico’s bij elkaar, inclusief terroristische aanslagen. Dat feit en het gegeven dat waterbeheer specialistische kennis vereist is de legitimatie voor deze aparte overheid. Het eigen belastingsysteem vereist een gekozen bestuur (“no taxation without representation”) en zorgt dat er voldoende financiering is voor korte en lange termijn investeringen.

Maar als toch bijna niemand komt stemmen kun je dan nog zeggen dat er behoefte is aan deze speciale vorm van bestuur? Kunnen we het waterbeheer dan niet net zo goed bij de provincies onder brengen?

In de discussie worden ook tegenargumenten naar voren gebracht. Nederlanders zijn zich onvoldoende bewust van het belang van goed waterbeheer en dat komt – al lijkt het vreemd –juist omdat het goed is geregeld. We hebben al meer dan 60 jaar geen slachtoffers als gevolg van overstromingen gehad. Dat kunnen weinig landen in Europa en zelfs de wereld ons nazeggen. Het is dus ook goed denkbaar dat mensen niet gaan stemmen omdat ze het zo wel prima vinden. En omdat ze niet precies weten wat de waterschappen nu eigenlijk zijn en wat ze doen. Daar is een wereld te winnen. Want hoe overtuigd deskundigen ook zijn van het belang van de waterschappen, de gewone Nederlander beslist door zijn stemgedrag uiteindelijk of ze blijven bestaan.

Vanuit wetenschappelijk oogpunt is experimenteren en zoeken naar betere oplossingen altijd interessant. Maar geldt dat bij dit onderwerp ook? Kunnen we ons permitteren om te experimenteren? Waterschappen zijn gemakkelijker opgeheven dan dat men ze weer opnieuw instelt, mocht het experiment geen geschikte alternatieven opleveren. En wie is dan verantwoordelijk als het mis gaat? Volksvertegenwoordigers binnen de algemene democratie (Tweede Kamer, provinciale staten, gemeenteraden) hebben meestal korte termijn beleidsagenda's, die niet veel verder reiken dan de volgende verkiezingen.

Indirecte verkiezingen

Als alternatief voor de huidige verkiezingen wordt wel voorgesteld de verkiezingen indirect te organiseren, via de gemeenteraadsverkiezingen. Wat ik daar ongelukkig aan vind, is dat bij gemeenteraadsverkiezingen heel andere kwesties spelen: wat doen we met integratie, hoe gaan we onze taken op het terrein van de zorg invullen? Investeren we miljoenen in de plaatselijke voetbalclub, komt er een nieuwe rondweg, een nieuwe schouwburg, een winkelcentrum? Hoe bevorderen we het ondernemersklimaat? Moeten we de binnenstad autoluw maken, willen we megastallen? Hoe stelt de lokale politiek zich op als het gaat om gaswinning of schaliegaswinning, ondergrondse CO2-opslag? De partij die jouw standpunt over zo’n actuele kwestie het beste vertegenwoordigt, hoeft niet het waterbeleid te voeren dat je graag zou willen of daar voldoende geld voor vrij te maken. Ook binnen het waterbeheer valt namelijk wat te kiezen: willen we alleen sterke rechte dijken of geven we de natuur meer ruimte? Gaat het waterschap opereren als energieleverancier of beperkt het zich tot het watersysteembeheer? Geven we veel ruimte aan de landbouw en economische ontwikkeling of heeft natuur en recreatie ook een belangrijke stem?

Waterbeheer vraagt beheer en onderhoud en investeringen voor periodes van 50 jaar en langer. Dat is niet sexy. En dat is misschien maar goed ook, want als waterbeheer een actuele prangende kwestie wordt, dan is er iets verkeerd gegaan.

Fusie met de provincie

Is het dan een idee om de waterschappen samen te voegen met de provincies, als een uitvoerende dienst? De provincie is ook niet sexy, dus dat zou goed uitkomen. Maar de vraag is of de provincie een overheid is die bij uitstek geschikt is voor uitvoerende taken. Nee, naar mijn opvatting. Zij is sterker in strategisch beleid en de afstemming van de verschillende keuzes op het terrein van de leefomgeving, ook door haar positie ten opzichte van gemeenten en waterschappen. Het grondgebied van de provincies strookt ook niet met de schaal van (deel)stroomgebieden, waarop het water bij voorkeur wordt beheerd. Wat de provincie ook mist is de gedetailleerde gebiedskennis en de jarenlange ervaring van persoonlijk contact met de belanghebbenden. De ‘keukentafelgesprekken’ en het gezamenlijk zoeken met inwoners naar oplossingen zijn kenmerkend voor de waterschappen. Dat is van een waarde die niet snel overschat kan worden.

Veiligheid

Maar mijn belangrijkste argument voor behoud van waterschappen en dus waterschapsverkiezingen is niet wetenschappelijk, niet politiek, maar persoonlijk. Zij zorgen er voor dat ik veilig ben in dit land. Dat ik me geen ernstige zorgen hoef te maken of mijn dierbaren en ik verdrinken, of huis en haard kwijtraken omdat andere kwesties toevallig even alle aandacht vragen. Dat er voldoende en schoon water is. Geen van de voorgestelde alternatieven heeft als doel het waterbeheer beter te maken. Het gaat om kwesties als bestuurlijke drukte en ander modieus gedoe, waarbij de voorgestelde oplossingen vooralsnog het openbaar bestuur niet beter hebben toegerust voor zijn taak. Ook het waterbeheer kan verbeterd worden, maar laten we dat vooralsnog binnen de huidige structuren doen, gewoon gaan stemmen en de tijd nemen om mogelijke alternatieven goed te overdenken. Beter waterbeheer moet daarbij de randvoorwaarde zijn.