De Tweede Kamer moet ministers voor hun beëdiging horen

Gerard Schouw is Tweede Kamerlid voor D66.

Ministers en staatssecretarissen zijn eindverantwoordelijk voor de uitvoering van regeringsbeleid. Dat vereist stevige personen met een ongeschonden blazoen. De Kamer zou daarom de gelegenheid moeten krijgen kandidaat-bewindspersonen hierop in een hoorzitting te bevragen. Dit moet geen obligate kennismaking zijn, maar een stevig vraaggesprek op basis van gedegen vooronderzoek. Hierbij kan het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven van de Kamer betrokken worden. Op deze manier kan de Kamer inschatten wat een kandidaat waard is en onderzoeken of de integriteit op orde is.

Het bevragen van kandidaat-bestuurders is elders al gebruikelijk. Zo horen sommige gemeenteraden al kandidaat-wethouders. Ook in Europa is dit gebruikelijk. Zo ondervroeg het Europees Parlement onlangs de Maltese kandidaat-commissaris voor Gezondheid en Consumentenbeleid, Tonio Borg. En niet alleen op zijn plannen betreffende de gezondheidszorg en consumentenbescherming, maar ook op zijn conservatieve moreel-ethische overtuigingen. In 2004 resulteerde een vergelijkbare hoorzitting in het afwijzen van de Italiaanse kandidaat Rocco Buttiglione, de beoogd Europees Commissaris voor Justitie, Vrijheid en Veiligheid.

De Nederlandse Neelie Kroes moest zich flink inspannen om in 2010 Eurocommissaris voor de Digitale Agenda te worden. Zij werd door het Europees Parlement opgeroepen voor een tweede gesprek om haar plannen beter toe te lichten. Uiteindelijk wist zij het parlement te overtuigen.

Deze voorbeelden uit de Europese praktijk kunnen als voorbeeld voor Nederland dienen. Door toekomstige bewindspersonen voor hun aantreden stevig te bevragen op hun plannen, kan het mandaat en de kwaliteit van de regeringsploeg versterkt worden. Natuurlijk is dat geen garantie dat er geen tegenvallende bewindspersonen in het kabinet terecht komen, maar het is een stap in de juiste richting. Een stap die past bij een volwassen verhouding tussen Kamer en kabinet.