Zonder commitment slechts teleurstelling: de Conferentie over de Toekomst van Europa

maandag 20 december 2021, 13:00, column van Edgar Hoedemaker

De vraag hoe je burgers betrekt bij de Europese Unie is al zo oud als het bestaan van Europese samenwerking zelf. Vele initiatieven zijn daar al toe genomen, maar een sluitend antwoord is nooit gevonden. Ook in Nederland niet. Hoewel de EU ons per hoofd van de bevolking 1.500 euro per jaar oplevert en de belangrijkste problemen van onze tijd grensoverschrijdend worden opgelost, voelen slechts weinig Nederlanders directe betrokkenheid bij de EU. Bij de Europese parlementsverkiezingen van 2019 was de opkomst bijvoorbeeld slechts 41,9%. In 2021 is er opnieuw een grootschalig initiatief gelanceerd om burgers direct bij de toekomst van de EU te betrekken: via de Conferentie over de Toekomst van Europa wil de EU dat burgers via digitale fora, burgerpanels en enquêtes meedenken over de toekomst van de EU en de belangrijkste beleidsthema’s. Hoewel dit groots is opgezet, en alle EU-instellingen betrokken zijn, hangt succes van een aantal variabelen af. Wordt de conferentie het zoveelste initiatief dat op papier goed is, maar in realiteit stukloopt? Die kans wordt steeds groter.

De EU lanceerde een digitaal platform waar EU-burgers thema’s, ideeën, evenementen en reacties op initiatieven konden delen. Tot 3 november 2021 werden hier vanuit heel Europa 29 duizend bijdragen geregistreerd. Laten we het glas op een burgerbevolking van 453 miljoen maar halfvol noemen. Groots in opzet, dat wel, maar communicatie vond vooral plaats via de gebruikelijke kanalen van de EU-instellingen. Daarmee is waarschijnlijk geen nieuw publiek aangeboord, maar is de kans groot dat usual suspects het platform vinden.

Nederland lanceerde in het verlengde hiervan de website Kijk op Europa waar mensen hun zegje konden doen over de toekomst van de EU. De respons op het panelonderzoek van deze website was 4.086. Daarmee is de niet al te ambitieuze doelstelling van 3.600 Nederlanders dan wel ruimschoots gehaald, maar Nederland lijkt niet warm te lopen voor dit burgerforum. Laten we, gezien de doelstelling, toch ook hier in Nederland het glas maar halfvol noemen. De reacties gaan over de 10 belangrijkste thema’s voor de toekomst van Europa. Klimaatverandering, economie en democratie kregen veruit de meeste respons. In Nederland leidde dit al tot een rapportage met de belangrijkste punten die de ruim 4.000 deelnemende Nederlandse respondenten gedaan willen krijgen in Brussel.

Maar gaat de Conferentie over de Toekomst van Europa daadwerkelijk bijdragen aan het dichten van de kloof tussen burger en EU? Dat hangt van enkele variabelen af, te beginnen met aandacht van media voor de Conferentie. Welke kranten, persbureaus, televisiekanalen, internetplatforms schenken aandacht aan de burgerconferentie, buiten de officiële kanalen van de Europese Unie en de Nederlandse overheid? Tot nu toe is dat aantal gering. ‘Europa verkoopt niet’, beet een journalist in het Europees Parlement mij tijdens een plenaire vergaderweek van het Europees Parlement in Straatsburg teleurgesteld toe. Uiteraard is er Europa-Nu.nl dat de conferentie tot in detail volgt, en sinds kort Brusselse Nieuwe, maar wie volgt?

Ten tweede zal het succes afhangen van het gevolg dat politici geven aan het resultaat ervan. In plenaire vergaderingen van vertegenwoordigers van de burgerpanels moet een gemeenschappelijke verklaring van de Conferentie tot stand komen, dat staat vast. Maar wat gaan de Europese politici vervolgens met deze verklaring doen? Wordt de Conferentie de zoveelste papieren werkelijkheid waarmee het vinkje burgerparticipatie in Europa afgevinkt mag worden, of gaat de Conferentie werkelijk tot resultaat leiden? Tot nu toe hebben politici zich nergens aan gecommitteerd. Natuurlijk, zij zullen het rapport met belangstelling lezen, maar is er meer?

Sommige voorstellen, vooral de voorstellen in het kader van versterking van de democratie, zullen verdragswijzigingen vergen. Daar zitten de meeste EU-landen niet bepaald op te wachten. Bovendien is daar unanimiteit voor vereist. Andere voorstellen, zoals op thema’s als gezondheid, klimaat of economie, zijn misschien beter te realiseren. Maar ook dan zullen al die ideeën eerst door de Europese Commissie moeten worden omgezet in beleidsvoornemens, waarna het Europees Parlement en de Raad na onderhandeling een besluit kunnen nemen. Een proces dat, zeker als onderwerpen niet urgent gevonden worden, lang kan duren. Terwijl een succesvolle Conferentie direct resultaat zou vergen, wil je er iets mee doen in de publieke opinie. Als je als deelnemer uiteindelijk in 2028 zou horen dat jouw inbreng tijdens de Conferentie meegenomen is in nieuw EU-beleid, is de kans groot dat je zelf alweer vergeten bent waar dat ook alweer over ging.

Tot nu toe is de Conferentie over de Toekomst van Europa vooral een samenraapsel van goede bedoelingen, interessante ideeën, redelijk wat betrokken burgers en een groots opgezette organisatie van uit de EU en lidstaten. Dat er aandacht is voor het democratische gehalte van de EU, staat dan ook als een paal boven water en is prijzenswaardig. Nu is er nog commitment nodig van politici en journalisten om hier gevolg aan te geven. De hoeveelheid media-aandacht valt op dit moment echter tegen en ook de daadwerkelijke uitvoering van resultaten is een onderwerp dat met onzekerheid omgeven is. Kunnen we dit initiatief in 2022 bijschrijven als het zoveelste sympathieke, maar vrijblijvende, project om de EU te democratiseren? Die kans wordt met de dag groter.

 

Edgar Hoedemaker is projectmanager/eindredacteur bij PDC, partner van het Montesquieu Instituut.