De nieuwe positie van Nederland in de EU, de schouders eronder?

donderdag 7 november 2019, 14:47

DEN HAAG (PDC) - Het cement voor nieuwe machtsverhoudingen in de Europese Unie (EU) wordt gestort, maar het cement is nog nat. Met deze beeldspraak opende inleider Rem Korteweg het actualiteitendebat ‘EU en machtsverhoudingen, take back control?’ Door de Europese parlementsverkiezingen van eerder dit jaar, het daaruit voortvloeiende begin van een nieuwe Europese institutionele cyclus, en het aanstaande vertrek van de Britse lidstaat, is de EU aan verandering onderhevig. De machtsverhoudingen binnen de EU zijn aan het verschuiven. Nederland kan nu nog een nieuwe positie innemen. Maar welke zou dat moeten zijn? Moet Nederland de strenge positie van het Verenigd Koninkrijk innemen? Zelf de controle vanuit Brussel terugnemen? Of meer de teugels laten vieren? Op 6 november 2019 gingen Stéphane Alonso, Renske Leijten, Bram van Ojik en Rem Korteweg, onder leiding van Kees Boonman, hierover in debat. Het debat werd georganiseerd door het Montesquieu Instituut, ProDemos, Filmhuis Den Haag en Nieuwspoort.

Niet meer schuilen achter Britse schouders

Korteweg wees erop dat het vertrek van het Verenigd Koninkrijk met name voor Nederland een grote klap is. Nederland verliest binnen de EU een maatje; een brede schouder waar Nederland op kon leunen in een aantal dossiers en een schouder waarachter geschuild kon worden. De Britten vingen de klappen wel op. Nederland staat er na de brexit op een aantal kwesties redelijk alleen voor. Daarbij komt dat het geopolitieke zwaartepunt na de Britse vertrek zal verschuiven. Wil Nederland nog invloed uitoefenen, dan vergt dat aanpassing van Nederland, aldus Korteweg.

Niet meer verschuilen achter Brussel

Een van die aanpassingen is volgens Renske Leijten, dat Nederland zich niet langer moet verschuilen achter Brussel. Vaak wijzen politici met een vinger dat iets ‘moest van Brussel.’ Ze vergeten echter te vermelden dat Nederland soms ook actief regels probeert te halen vanuit Brussel. Alonso sloot zich daarbij aan. Kritisch zijn op Brussel is niet erg. Het is soms ook zeker nodig aangezien de EU niet verder kan gaan op de huidige wijze. Een positieve retoriek over Europese samenwerking is daarbij wel essentieel, want ook Nederland is niet immuun voor een giftig narratief zoals ‘de hele Unie is tegen ons’. Eensgezind wezen alle panelleden een Nexit dan ook af. Bram van Ojik waarschuwde dat het terugnemen van controle door uit de Unie te treden een misverstand is. Zo raak je juist de controle kwijt. Nederland zou namelijk tot de Europese Interne markt blijven behoren, maar niet meer over de regels mee kunnen praten. Een actieve rol in de EU is de enige manier om controle te houden.

Maar zelf de schouders rechten

Meer inhoudelijke discussie over de Nederlandse ambitie in Europa in de Tweede Kamer is daarbij volgens alle panelleden nodig. Volgens Bram van Ojik is de Tweede Kamer op dit moment een remmende factor op wezenlijke Europese onderwerpen zoals het meerjarig financieel kader en toetredingsgesprekken. Ook andere panelleden constateren dat het in het parlement te veel gaat over de kwestie ‘minder geld’ naar de EU. Hoewel Leijten kritisch is op de uitgaven van de EU, is discussie over de Nederlandse ambities en de kosten die daarbij horen wel nodig.

En de schouders eronder?

Moet Nederland dan zoals Rem Korteweg voorstelde meer ‘ja’ gaan zeggen in Europa? Af en toe ‘nee’ zeggen is volgens allen niet problematisch, maar over de daadwerkelijke toekomst van EU waren ze het niet eens. Leijten streeft naar een EU van flexibele samenwerking terwijl Van Ojik liever een langzame maar eensgezinde koers bewerkstelligt. De huidige verdeeldheid tussen lidstaten is volgens Alonso precies de reden dat de EU nog niet de wereldspeler is die het zou kunnen zijn. De EU slaat nog geen deuk in een pakje boter.