Jamaica, een revolutie!

maandag 30 oktober 2017, analyse van Peter Bootsma

Na de Kamerverkiezingen van 15 maart ging er veel aandacht uit naar de versplintering in het Nederlandse politieke landschap. In Duitsland was dit verschijnsel bij de Bondsdagverkiezingen van 24 september echter relatief nog veel sterker. Het coalitielandschap is na 35 jaar fundamenteel veranderd.

In Nederland is representativiteit de kernwaarde van het politieke bestel; in Duitsland is dat stabiliteit. Traditioneel zorgen de beide grote volkspartijen CDU/CSU en SPD daarvoor. Minstens een van die twee partijen maakt van elke coalitie deel uit, zowel op het nationale niveau als in elk van de 16 Länder. Beide hebben echter bij deze verkiezingen enorm verloren. Dat blijkt als hun gezamenlijke score sinds 1949 wordt bekeken:

Percentage stemmen op CDU/CSU en SPD samen

Stabiliteit en traditie

De stabiliteit blijkt er niet alleen uit dat deze twee partijen (nog steeds) wel verreweg de grootste zijn. Het blijkt verder uit de beroemde kiesdrempel van 5%, maar ook uit de zware procedure die nodig is voor vervroegde verkiezingen: sinds het ontstaan van de Bondsrepubliek in 1949 is dat ook maar drie keer voorgekomen. Sinds 2005 wordt weer de ijzeren vierjaarscyclus gevolgd.

Al sinds 1982 was het coalitielandschap onveranderd. Twee blokken strijden om de meerderheid: CDU/CSU en FDP, versus SPD en de Groenen. Wie de meerderheid haalt gaat regeren; lukt het beide blokken niet, dan gaan CDU/CSU en SPD samen regeren in een grote coalitie. Sinds 1949 is die coalitie wel steeds een “moetje” dat enig ongemak veroorzaakt: beide partijen spreken ook nooit een coalitievoorkeur voor elkaar uit, en als ze dan toch samen moeten, dan alleen voor de lopende termijn, waarna ze beide weer de handen vrij hebben.

De uitslag van 24 september was, zeker voor Duitse begrippen, een echte politieke revolutie. Het coalitielandschap is na 35 jaar namelijk fundamenteel veranderd. Met van de genoemde vuistregel zou er immers een grote coalitie moeten komen: beide blokken behaalden geen meerderheid. Dat kwam door de twee andere partijen die beide op het nationale niveau niet-koalitionsfähig zijn (AfD en, meer dan 25 jaar na de val van de Muur nog steeds, ook de ex-communisten van Die Linke). De SPD verloor echter zo zwaar dat ze op de verkiezingsavond al aankondigde niet weer te willen regeren. Anders zou ook voor het eerst de situatie ontstaan zijn dat een grote coalitie (die getalsmatig altijd mogelijk is) twee periodes achter elkaar zou regeren.

Geen tijd verspillen

Dan blijven er maar drie partijen die dus moeten gaan regeren, zo was al op de verkiezingsavond duidelijk: CDU/CSU, FDP en Groenen oftewel een Jamaica-coalitie, genoemd naar de kleuren van die vlag (zwart, geel en groen). Inmiddels zijn zij sonderingsgesprekken begonnen. Bij de traditie van stabiliteit hoort ook dat Duitse politici er niet van houden om tijd te verdoen met het onderzoeken van coalities die er vervolgens niet komen, zoals dat bij ons ook dit jaar weer gebeurde. Al sinds 1949 wordt er gewoon recht op het doel af gekoerst. Sinds Helmut Kohl zijn die onderhandelingen verregaand geprofessionaliseerd: er zijn honderden politici bij betrokken, niet alleen uit de coalitiefracties maar ook (Duitsland is een federatie) uit de 16 Landesregierungen. Die 16 vormen samen de Duitse Eerste Kamer, de Bundesrat.

De Bundesrat is inmiddels echter ook versplinterd : een politiek ‘bevriende’ Jamaica-coalitie treft de coalitie alleen in Sleeswijk-Holstein, en dat Land heeft maar 4 van de totaal 69 stemmen in de Senaat. Om haar voorstellen er daar door te krijgen moet de nationale Jamaica-coalitie dus gaan onderhandelen met de bonte regeringscoalities die er zijn in de Länder (waar vaak ook de SPD en soms zelfs Die Linke in zitten, dus in de Bondsdag oppositie zijn) en die het belang van hun Land voorop plegen te stellen.

Dat alleen ‘Jamaica’ mogelijk lijkt betekent niet dat de coalitievorming snel zal gaan. Met zo’n brede coalitie zijn (net als bij ons) taaie onderhandelingen te verwachten, uitmondend in mogelijk het dikste coalitieakkoord ooit (tot nu toe: 191 pagina’s, in 2005).

In Nederland is dit jaar het formatierecord uit 1977 gebroken; dat staat nu op 225 dagen. In Duitsland is dit record in 2013 op 86 dagen gezet en het kan goed zijn dat het nu nog langer gaat duren – dat is dan de prijs die ook onze oosterburen betalen voor de politieke versplintering.

Dit artikel is verschenen op 30 oktober 2017 in De Hofvijver, de digitale nieuwsbrief van het Montesquieu Instituut. Abonneer u hier.

 

Peter Bootsma promoveerde in maart aan het Montesquieu Instituut Maastricht op ‘Coalitievorming – een vergelijking tussen Duitsland en Nederland’ (uitgeverij Boom). Voor 23:00 uur besteld, morgen in huis.

Op 13 november komt Peter Bootsma spreken op het debat 'Formeren en regeren: het begin van Rutte III'. Meer informatie en aanmelden.