Politisering van kabinetsformatie onvermijdelijk

De politisering van de kabinetsformatie is een onvermijdelijk bijprodukt van de beslissing van de Tweede Kamer om de teugels in handen te nemen, betoogt Peter van der Heijden van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis in Nijmegen.

Er klonken wat klachten de afgelopen tijd uit de Kamer. De informateurs zouden zich te politiek opstellen, de minister-president – bijklussend als politiek leider van de VVD en daarmee onderhandelaar – zou te weinig hoofd van de zittende regeerploeg zijn waardoor zijn nu nog CDA-collega’s dreigden te muiten en het bijltje erbij neer wilden gooien, en eigenlijk zou het hele formatieproces te veel gepolitiseerd zijn. Merkwaardige kritiek.

Het is zo’n beetje het meest politieke moment in de vierjaarlijkse parlementaire cyclus, de kabinetsformatie. Na het benadrukken van de verschillen in de verkiezingscampagne moeten partijen op zoek naar de overeenkomsten, op een zodanige wijze dat de achterban het ook nog kan volgen. En het is hét moment waarop de Kamer invloed kan uitoefenen op het regeerbeleid. De fractievoorzitters van VVD en PvdA en hun secondanten dicteren het komende kabinet wat het moet doen – hogeschoolpolitiek dus, helemaal nu de dempende factor van het paleis eruit is gehaald.

Blijkbaar heeft de Tweede Kamer hiermee geen rekening gehouden bij het veranderen van het reglement van orde waarbij de rol van het staatshoofd werd weggesneden. Nu de informateur benoemd wordt door een politiek orgaan, is het bijna vanzelfsprekend dat zijn rol ook politieker wordt. Immers, waar hij zich eerst nog kon verschuilen achter de hermelijnen mantel, moet hij zich nu open en bloot verantwoorden in het regeringsvak.

De vraag is of dat ongewenst is. Het kan lastig zijn, dat zeker, vooral als een informatieronde spaak loopt. Waar informateurs in het verleden doorgaans een vrij neutrale rol als procesbewaker innamen en daarmee olie op de soms te hoog oplaaiende politieke golven konden gooien, kan hij nu deel gaan uitmaken van een politieke tegenstelling en eerder olie op het vuur gooien. Maar de winst is dat de geforceerde neutraliteit – niemand kan toch geloven dat vooraanstaande (ex)politici als Kamp en Bos hun partijachtergrond volledig thuislaten, dan zouden er beter echt neutrale en ongebonden informateurs ingezet kunnen worden) – verdwenen is en plaatsmaakt voor een grotere mate van transparantie. En dat was toch het doel van de hele operatie om de formatie in handen van de Kamer te brengen.

Nijmegen, oktober 2012