Die dubbele houding over Europa…

De dubbele houding over ‘Brussel’ – geen bevoegdheden geven, wel om oplossingen vragen – is funest voor Europa, de politiek en de oplossing van de crisis. Vanuit het Montesquieu Instituut in Maastricht stelt Aalt-Willem Heringa een paar kritische vragen. Vooral aan partijen die zich opmaken voor de verkiezingscampagne.

Al weer enkele decennia geleden was er binnen het debat over de toekomst van de EU sprake van het beroemde ‘f ‘woord. Toen kwam er het verdrag van Maastricht en vervolgens, na een rondtocht langs Amsterdam en Nice, het Verdrag van Lissabon. De bedoeling van de vier verdragen van die steden was onder meer om het EU project meer democratische verankering en legitimiteit te geven.

Sindsdien is er, vooral in Nederlands iets raars aan de hand. Aan de ene kant bepleit de Nederlandse regering en de meerderheid van het Nederlandse parlement een grote toezichthoudende rol voor de Europese Commissie. Recent zagen we die rol uitgeoefend door commissaris Ollie Rehn, die met een uitgebreide en gedetailleerde rapportage de nationale begrotingen en begrotingsplannen de maat nam. Inderdaad, daarvoor is veel te zeggen, want politici (b)leken niet in staat om binnen de meeste Europese lidstaten goed op de financiële winkels te passen met overzienbare tekorten en schulden (conform de al weer geruime tijd geleden afgesproken 3% en 60% criteria). Dus was het handig en opportuun om een derde (de Europese Commissie en de in casu Ollie Rehn) met de taak te belasten toezicht te houden op de lidstaten en de mogelijkheid te geven sancties op te leggen.

Waarom is er dan aan de andere kant opeens zo veel opstand als Angela Merkel spreekt over een politieke unie? Die is toch verre te prefereren boven de huidige situatie waarin een ongekozen Commissie/Commissaris toezicht uitoefent en met gedetailleerde en diep insnijdende voorstellen voor individuele lidstaten komt?

In een politieke unie kunnen we tenminste ook de democratische Europese structuur verder uitbouwen. Dat is toch verre te prefereren boven een structuur waarin de Commissie de nationale democratische regeringen instructies geeft? Je kunt het natuurlijk als nationale parlementariër of premier of minister vervelend vinden dat in een politieke unie meer monetaire en economische/financiële bevoegdheden formeel op een politiek EU niveau terechtkomen. Daar zijn ze toch eigenlijk al, maar dan alleen opgedragen aan een orgaan met een betrekkelijk zwakke democratische legitimatie?

De roep om nationale democratie en tegen een politieke unie leidt er niet toe dat daarmee nationale parlementen en regeringen hun zeggenschap opeens terug krijgen. Die zijn ze op vele fundamentele zaken al kwijt, en dat ligt zeker niet alleen aan de EU en de Euro, maar ook aan globalisering en wereldconcurrentie en aan de impact van financiële markten. Die zeggenschap is al weg en bestaat nog slechts in de marges. Willen we de toegenomen macht en bevoegdheden en de roep om gezamenlijk ingrijpen goed borgen, dan hoort daar een echte unie bij, met democratische structuren en verbindingen. Die slotsom helpt ons niet voor de korte termijn, want daarvoor zal zo’n proces naar een unie te ingewikkeld zijn en tijd in beslag nemen. Maar het gaat ook niet aan dat proces te frustreren en vervolgens te klagen over de gebrekkige democratische legitimatie van de Europese Unie en Europa, en de Euro daarvan de schuld te geven. Zo’n proces verdient, naast korte termijn maatregelen die Europa uit de crisis kunnen helpen, ondersteuning, ook omdat het kan bijdragen aan vertrouwen van ons allen in het EU-project.

Het is toch verbazingwekkend dat nationale politici de EU van alles de schuld geven, tegelijkertijd voor een oplossing naar datzelfde Europa kijken, maar niet bereid zijn de EU daartoe echt te equiperen. Dat is op het hypocriete af: Europa mag het oplossen, maar mag geen bevoegdheden krijgen. Experts worden ingevlogen om crises te managen: de regering Monti, en tot voor kort Papademos in Griekenland, de IMF en in wezen ook de Commissie. Het is toch krom om, zoals Rutte doet, de strenge rol van de Commissie te bepleiten, en niet te willen nadenken/meedenken over de manier om daar een politieke en democratische inbedding voor te zoeken. Die dubbele houding is funest voor de EU, is slecht voor het vertrouwen in de politiek en helpt de oplossing van de crisis niet verder.

Maastricht, juni 2012