‘Liever een sobere Grondwet’

Luc Verhey terughoudend over ‘verfraaiing’

Is de Grondwet een welluidend document vol goede bedoelingen en fraaie verklaringen? Of heeft Nederland meer aan een sobere grondwet zonder franje, een grondwet die op hoofdlijnen aangeeft hoe het staatsbestel in elkaar zit?

Luc Verhey, directeur van het Montesquieu Instituut in Maastricht, plaatst kanttekeningen bij de uitspraak van de Eerste Kamer om in de Grondwet heel expliciet vast te leggen dat ons land een ‘democratische rechtsstaat’ is.

Die uitspraak is vastgelegd in een motie van D66-fractievoorzitter Hans Engels en werd op 14 februari aanvaard. Voor stemde de ‘linkse’ oppositie plus de PVV.

‘Wat voegt het toe?’, vraagt Verhey, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Maastricht, zich af. ‘Dat Nederland een democratie en een rechtsstaat is, zullen weinigen in twijfel trekken. Of het wel of niet in de Grondwet staat.’

‘Er zou ook weinig op tegen zijn’, voegt hij er aan toe, ‘als het geen verwachtingen zou wekken. Verwachtingen over een bepaalde inrichting van de staat, wellicht zelfs over een referenda, een gekozen minister-president of lekenrechtspraak. Moet je dat wel willen?’

Verhey pleit voor een ‘sobere grondwet’. ‘Tuig de grondwet niet te veel op’, adviseert hij. ‘Regel wat er geregeld moet worden om te waarborgen dat het in een land als Nederland democratisch en rechtsstatelijk toegaat. En begeef je niet in allerlei fraaie verklaringen die heel veel suggereren, maar - als puntje bij paaltje komt - feitelijk niet zo veel om het lijf hebben. Dat levert alleen maar teleurstellingen op.’

Als bewijs voor zijn stelling attendeert Verhey op de zgn. sociale grondrechten in de Grondwet, een hele catalogus over het recht op o.a. werkgelegenheid, schone leefomgeving, ‘In de praktijk zijn het niet veel meer dan intentieverklaringen. Goed bedoeld, behartenswaardig. Maar het biedt geen garantie op behoud van werkgelegenheid, sociale zekerheid en milieu.

Een verklaring in de Grondwet zoals Engels wenst, is volgens Verhey geen garantie voor waarborging van de democratische rechtsstaat. ‘Het is veel belangrijker om heel hard, heel secuur vastgelegd te hebben dat verkiezingen vrij zijn, burgers grondrechten hebben en de rechtspraak onafhankelijk is. Dat zijn zaken die een democratische rechtsstaat-op-papier tot een democratische rechtsstaat-in-de-praktijk maken.’

Luc Verhey, directeur van het Montesquieu Instituut

Deze bijdrage verscheen in 'De Hofvijver' nr. 12 d.d. 27 februari 2012.