"Het Europees Parlement moet het initiatief niet alleen aan de Europese Raad en Commissie laten"

maandag 18 december 2017, analyse van mw Christine Helder

“Het Europees Parlement moet zich duidelijker uitspreken over de toekomst van de EU,” vindt Bob van den Bos, oud-Europarlementariër. Het Montesquieu Instituut sprak met hem over het Europees Parlement (EP) in het afgelopen jaar. Hoe heeft het Europees Parlement 2017 doorstaan? En wat kunnen we van het EP verwachten in 2018?

Wat is uw indruk van het Europees Parlement in het afgelopen jaar?

‘De stemming in Europa is beduidend positiever geworden het afgelopen jaar, en dat was ook het geval in het Europees Parlement. De EU heeft een behoorlijke dip gehad, toen kwesties zoals de financiële crisis, migratie en de Brexit zich opstapelden. Maar er is ook weer herstel geweest. De economie doet het goed, de werkloosheid daalt en de Turkije-afspraak heeft verlichting gebracht in de migratiecrisis. Dit alles heeft de stemming in Europa ten goede gekeerd, en maakt dat de aandacht nu veel meer uitgaat naar de toekomst op hoofdpunten.’

Waren er opvallende gebeurtenissen of ontwikkelingen in 2017 voor het Europees Parlement?

‘Er zijn in 2017 minder wetsvoorstellen geweest voor het EP. Dat komt doordat de Europese Commissie heel bewust minder wetgeving voorstelt. Minder wetgeving mag echter geen inzicht zelf zijn zoals bij Trump. Je moet doen wat nodig blijkt. Zo heeft de EU in dit mandaat niets gedaan aan dierenbescherming. De nieuwe ambities op veel terreinen gaan veel meer wetgeving vergen. Daar hoor je het Europees Parlement echter niet over en dat vind ik opvallend. Het Europees Parlement heeft natuurlijk geen recht van initiatief en reageert altijd op ideeën en voorstellen van de Commissie, die zich heel ambitieus heeft uitgesproken in het afgelopen jaar. Van het EP hoor je een stuk minder. Ook in grote onderwerpen zoals de Brexit heeft het Parlement natuurlijk geen directe onderhandelingspositie. Mijns inziens mag het EP zich meer als richtinggevende instelling manifesteren.’

Welke uitdagingen wacht het Europees Parlement in 2018?

‘Een van de grote onderwerpen die nu op tafel ligt is de Brexit. Voor de Britse zetels in het EP zijn verscheidene opties. Een eerste optie is de zetels verdelen naar ratio, maar dit levert problemen op want Duitsland zit al aan het maximale aantal zetels. Een tweede optie is de zetels leeg laten. Ze kunnen dan weer gevuld worden als er nieuwe lidstaten bij de EU komen. Ik verwacht niet dat ze het aantal zetels in het EP terug zullen brengen want daar is een verdragswijziging voor nodig. Ook het idee om van de Britse zetels Europese zetels te maken zie ik niet gauw realiteit worden. Daarvoor is te weinig steun in de lidstaten. De lidstaten kennen hun eigen Europarlementariërs al niet goed, dus Europese parlementariërs kennen ze al helemaal niet. Bovendien wil men vertegenwoordig worden door mensen van het eigen land, die de eigen taal spreken en eigen belangen verdedigen.

Ondanks de ellende die de Brexit met zich meebrengt overheerst optimisme in de EU. Dat maakt dat men verder kijkt naar de toekomst. De Europese Raad heeft een ‘Leiderschap agenda’ geformuleerd voor de komende twee jaar. Voor 2018 staan dan ook allerlei grote vraagstukken op de agenda, zoals migratie, klimaat, in- en externe veiligheid, terrorismebestrijding, (digitale) innovatie, sociaal Europa en de uitbreiding en verdieping van de EMU. Genoeg onderwerpen waarover het Europees Parlement zich in 2018 kan laten horen. Niet alleen reagerend, maar vooral anticiperend.

Mijn verwachting is dat de integratie in 2018 verder zal gaan, maar met horten en stoten. Men zal onderwerp voor onderwerp overeenstemming moeten vinden, want over een lange termijnscenario zal men het niet gauw eens worden.’

Hoe kan het EP haar stempel drukken op 2018?

‘Over de genoemde grote onderwerpen zou het EP zich meer mogen uitspreken. Het EP reageert altijd op ideeën, maar zou ook zelf een visie moeten ontwikkelen over de grote kwesties die in de EU spelen. Denk bijvoorbeeld aan migratie. Het EP mag zich veel harder uitspreken over lidstaten die zich hierbij niet aan de regels houden. Denk bij voorbeeld aan migratie. Ik vind het prima dat het EP zich duidelijk uitspreekt over de rechtstaat in Polen en Hongarije en mensenrechtenschendingen in de wereld blijft veroordelen.

Het Europees Parlement is heel goed in technische wetgevingszaken, maar dat zegt de ‘gewone burger’ niet zoveel. Juist daarom moet het EP zich veel meer uitspreken over de grote onderwerpen. Ook Nederlandse Europarlementariërs zouden zich duidelijker in Nederland moeten manifesteren en de grote kwesties in hun eigen partijen agenderen, bijvoorbeeld op partijcongressen.

Het initiatief en de politieke macht ligt nu heel sterk bij de Europese Raad. Deze is echter zeer verdeeld op hoofdpunten. Het EP en de EC zouden meer een eenheidsfront moeten vormen, dat samen de EU vormgeeft en de Europese Raad onder druk zet met eigen opvattingen en plannen.’