Brede welvaart: de standaard van de toekomst?

Rik Grashoff is Tweede Kamerlid voor GroenLinks en is voorzitter van de Tijdelijke Commissie Breed welvaartsbegrip

Vorige week woensdag was het in de Tweede Kamer weer gehaktdag, ofwel verantwoordingsdag, de dag waarop het kabinet haar jaarverslagen presenteert en verantwoording aflegt. In de praktijk gaat bij het verantwoordingsdebat vooral veel aandacht uit naar de financiële kant van de zaak: hoe staat het met de inkomsten en uitgaven? Als het aan de Kamercommissie Breed welvaartsbegrip ligt, verandert dit. De commissie wil verantwoordingsdag voortaan ook gebruiken om te debatteren over de staat van de brede welvaart van Nederland.

Brede welvaart? Is dat een nieuwe modieuze term? Integendeel, brede welvaart heeft oude wortels. Binnen de economische wetenschap is welvaart in essentie datgene wat voorziet in de bevrediging van onze behoeften, voor zover daarvoor een beroep gedaan moet worden op schaarse middelen. Welvaart draait dus zeker niet alleen om geld. Het gaat bijvoorbeeld ook over gezondheid, veiligheid, huisvesting en onderwijs. Bovendien omvat brede welvaart niet alleen de huidige staat van Nederland. Het gaat ook over onze toekomstige welvaart en de impact die de Nederlandse welvaart elders in de wereld heeft.

Monitor voor brede welvaart

Het zal duidelijk zijn dat brede welvaart een veelomvattend begrip is. Veel onderdelen van brede welvaart komen dan ook het hele jaar door aan de orde in talloze politieke en maatschappelijke debatten. Het ontbrak tot nu toe echter aan een overkoepelend debat in de Tweede Kamer over de stand van de Nederlandse brede welvaart. Om een basis voor dit debat te bieden stelt de commissie voor jaarlijks een Monitor Brede Welvaart uit te laten komen die een beeld op hoofdlijnen geeft van alle relevante aspecten van brede welvaart.

In de praktijk is het nog niet zo eenvoudig om een dergelijke monitor op te stellen. Zowel nationaal als internationaal wordt er al jaren gesproken over de vraag wat de juiste indicatoren van brede welvaart zijn. Gelukkig ontstaat er op dat gebied steeds meer consensus. Belangrijke internationale organisaties zoals de VN, de Wereldbank, de OESO en de Europese Commissie hebben in samenwerking met een groot aantal nationale statistiekbureaus aanbevelingen opgesteld voor het meten van brede welvaart (de zogenoemde CES-recommendations on measuring sustainable development). De Monitor Brede Welvaart kan hierbij aansluiten.

Met de keuze voor indicatoren zijn we er alleen nog niet. Hoewel Nederland wat betreft beschikbare statistieken tot de topklasse behoort, geldt ook hier dat een deel van de gegevens niet actueel is. Sommige indicatoren zijn jaren geleden voor het laatst gemeten, waardoor zij hun waarde voor het politieke debat nu hebben verloren. De commissie vindt het daarom van groot belang dat de informatie up-to-date is . Dat zou mogelijk gemaakt kunnen worden door now casting: het voorspellen van het nu. Met deze statistische techniek wordt een raming gemaakt van de actuele situatie op basis van oudere gegevens.

Doorrekenen met brede welvaart

Het ramen van de toekomstige ontwikkeling van brede welvaart gaat een grote stap verder. Voorspellen is moeilijk, vooral waar het de toekomst betreft, zei Mark Twain al. De doorrekening in 2012 van verkiezingsprogramma’s in “keuzes in kaart” leidde tot de nodige discussie over de validiteit van de resultaten. Het CPB kondigde daarna aan dat bij de volgende verkiezingen minder beleidseffecten te zullen doorrekenen dan in 2012, vanwege de enorme belasting op de organisatie in een korte periode in aanloop naar de verkiezingen. Recent laait de discussie over doorrekening weer flink op. Dit onderstreept dat zelfs al het doorrekenen op een beperkt aantal variabelen complex is, en bepaald niet onomstreden.

Het doorrekenen van beleid op de gehele brede welvaart is een zeer complexe zaak en op dit moment nog niet mogelijk. Er is onvoldoende inzicht in effecten van voorgenomen beleid op tal van aspecten. Onderzoek ontbreekt of is nog onvoldoende ontwikkeld. Naar de toekomst is de “kapitalenbenadering” een belangrijk concept om door te ontwikkelen. Hiervoor is ook internationaal veel aandacht. Hierbij worden vier kapitaalvoorraden, fysiek, menselijk, sociaal en ecologisch kapitaal, gekwantificeerd en de toe- en afname in de tijd gevolgd. Langs deze weg ontstaat een model dat als basis kan dienen voor evaluatie en in de toekomst wellicht bruikbaar wordt voor doorrekeningen.

De discussie over doorrekening staat een zinvol politiek debat over brede welvaart niet in de weg. Een jaarlijkse evaluatie van de stand van brede welvaart, op basis van een gezaghebbende monitor vormt immers ook een goede basis voor toekomstgerichte beleidsdiscussies. Met de nieuwe Monitor Brede Welvaart en het jaarlijkse debat in de Tweede Kamer kan het onderwerp Brede welvaart in ieder geval eens per jaar op expliciete politieke belangstelling rekenen. En dat is winst.