Drie debatobservaties bij het referendum

Roderik van Grieken is directeur van het Nederlands Debatinstituut

Het Oekraïne referendum ligt inmiddels een paar weken achter ons. Hoewel het nog steeds onduidelijk is wat de uitkomst nu precies betekent is het goed nog even terug te kijken naar de campagne. Ik geef hier drie observaties die mij als debatliefhebber opvielen.

Ver van mijn bed

Op voorhand zou je verwachten dat het referendum stevige en spetterende debatten zou opleveren. Ten opzichte van verkiezingsdebat heeft een referendumdebat het voordeel dat alles draait om één duidelijke vraag: ben je voor of tegen de voorgelegde keuze. En duidelijkheid is een belangrijke voorwaarde voor een goed debat. Bij verkiezingsdebatten zie je vaak dat een discussie verzandt in een wirwar van argumenten over en weer die nauwelijks op elkaar aansluiten. Terwijl de ene spreker een vurig betoog houdt over het werkloosheidsbeleid reageert de ander met het verweer dat het echte probleem bij de hypotheekrenteaftrek ligt. Bij dit referendumdebat was de inhoud redelijk overzichtelijk. Grofweg stonden drie onderwerpen centraal: de economische gevolgen van het verdrag, de verhouding tot Rusland en de verhouding tussen de EU en Oekraïne. Toch bleek keer op keer dat mensen de inhoud complex vonden en het moeilijk vonden zich een goed inhoudelijk oordeel te vormen. Naar mijn mening ligt de oorzaak hier van in het feit dat het associatieverdrag met Oekraïne toch een ver van mijn bedshow is voor de meesten van ons. 

Bij de meeste verkiezingsdebatten kun je de argumenten over en weer meten aan je eigen ervaring over een onderwerp. Bij het vluchtelingenvraagstuk kun je tijdens een debat over de vraag of Nederland nog meer vluchtelingen kan opnemen je standpunt mede laten afhangen van je eigen observaties en ervaringen rondom dit vraagstuk. Ken je zelf voorbeelden uit je eigen omgeving die aansluiten bij de gepresenteerde argumenten. Wanneer het echter gaat om een associatieverdrag met een land ver weg dan ben je voor een groot deel overgeleverd aan de argumenten die je door deskundigen en politici worden gepresenteerd. Als die het vervolgens oneens zijn over de feiten dan heb je weinig om op terug te vallen. Mijn conclusie is dan ook dat, los van de vraag of referenda in het algemeen een goed idee zijn, ze zich in ieder geval niet lenen voor  onderwerpen waar mensen op voorhand weinig gevoel bij hebben.

Weinig aansluiting bij gevoel thuis

Los van verschillende één-op-ééndebatten was er maar één groot televisiedebat tussen de grootste partijen. Het was interessant om te zien wat het belangrijkste argument was dat iedere partij inbracht. Tegenstanders van het verdrag, SP en PVV, haakten qua argumenten naadloos aan bij de uitkomsten van onderzoek door IPSOS over wat het belangrijkste argument van de Nederlander was om tegen te gaan stemmen: wantrouwen richting betrouwbaarheid en stabiliteit van Oekraïne. Strategisch slim waarbij Wilders de kans ook nog eens benutte om nog wat persoonlijke aanvallen richting Rutte te plaatsen (onbetrouwbaar wanneer hij de uitkomst niet direct overneemt). Met nog minder dan aan jaar te gaan richting de Tweede Kamerverkiezingen is ieder debat een campagnemoment. 

Opvallender waren de argumenten van de voorstanders. D66 en de PvdA gooiden alles op de solidariteit richting de Oekraïeners. Een voorstem zou bijdragen aan een betere toekomst voor met name de jonge generatie. Een nobel argument wellicht maar ik vraag mij af of het aansloeg bij de belangrijkste overwegingen van de mensen thuis. Uit hetzelfde IPSOS onderzoek bleek dat de meeste voorstanders vooral handelsvoordelen zagen in het associatieverdrag. CDA en VVD spraken over Oekraïne als een goede buffer tussen de EU en Rusland. Ook dat kwam op mij niet over als de belangrijkste overweging voor de mensen thuis. Kortom; het had er alle schijn van dat de tegenstanders hun argumenten wat strategischer instaken dan de voorstanders. Dan dat De avond voor de verkiezingen kun je beter aansluiten bij het gevoel van mensen dan dat je ze nieuwe inzichten geeft.

Hulde voor de NOS

Tot slot een compliment voor de opzet van het ‘Nederland Kiest’ referendumdebat op de vooravond van het referendum. In het verleden heeft de NOS grote debatten nog al eens benaderd als amusementsprogramma in plaats van een serieuze bijdrage aan de meningsvorming voor burgers. Vakantiefoto’s die getoond moesten worden en Ferry Mingelen die als ludieke quizmaster lijsttrekkers ondervoeg. Alles om er maar voor te zorgen dat het leuke televisie werd. Ten onrechte. Verkiezingsdebatten zijn een serieuze aangelegenheid en zowel de deelnemende politici als de kijker mogen serieus genomen worden. Wat mij betreft leverde de NOS deze keer wat dat betreft een goed programma af. In een uur tijd werd ik als burger goed geïnformeerd over de belangrijkste afwegingen tussen een voor- of een tegenstem en kreeg ik inzicht in de belangrijkste afwegingen van de grote politieke partijen. Het programma hielp diegenen die geïnformeerd wilden worden om de dag daarna een afgewogen beslissing te nemen. En precies dat moet ook het doel zijn van een dergelijk programma.

Het tweede nationale referendum dat ons land ooit gehad heeft heeft in ieder geval weer een hoop inzicht gegeven over de kansen en gevaren van het middel. Vooralsnog ziet het er naar uit dat de uitkomst een teleurstelling voor zowel de voor- als de tegenstemmers gaat opleveren. En dat is een verlies voor de democratie.