De Europese bondgenoten van de PVV

Simon Otjes en Gerrit Voerman, Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen, Rijksuniversiteit Groningen

De Europese bondgenoten van de PVV. De moeizame samenwerking tussen nationalisten in Europa.

Geert Wilders haalt in de aanloop naar de Europese verkiezingen de banden aan met gelijkgezinde Europese partijen. De PVV wil een ‘Vrijheidsalliantie’ vormen van partijen die zich verzetten tegen 'de lijn van de elite' en die hechten aan 'nationale identiteit'. Maar hoe groot is de kans van slagen van een internationaal samenwerkingsverband van populistische en nationalistische partijen? Gaat een internationale van nationalistische partijen niet aan interne tegenstellingen ten onder?

De belangrijkste reden voor Wilders om samen te werken is het belang om in het Europees Parlement een eigen fractie van gelijkgestemden te hebben. Bij de Europese verkiezingen in 2009 werd de PVV in Nederland de één-na-grootste partij. Tot een sterke positie in het Europees Parlement leidde dit niet, omdat de PVV zich niet aansloot bij een Europese fractie. De organisatie van het Parlement verloopt namelijk langs fractielijnen: belangrijke functies, zoals voorzitterschappen en rapporteurschappen, worden evenredig verdeeld over de fracties. Zonder lidmaatschap van een fractie waren de vier Europarlementariërs van de PVV dan ook machteloos.

De tijd lijkt gunstig voor een gezamenlijk optrekken van de populistisch-nationalistische partijen in de Europese Unie. Op sociaaleconomische onderwerpen was er altijd een grote onderlinge verscheidenheid. Het Front National bijvoorbeeld combineerde populistische, anti-elitaire retoriek met concrete voorstellen om de overheid te verkleinen en belastingen te verlagen. Het Vlaams Belang daarentegen is altijd een voorstander geweest van een sterke verzorgingsstaat, zolang deze maar ten goede kwam aan de Vlamingen en niet aan de  migranten. Gedurende de huidige Europese economische en begrotingscrisis zijn de nationalistische partijen op dit vlak naar elkaar toegegroeid: de verzorgingsstaat moet beschermd worden tegen de 'onzinnige dictaten uit Brussel' om te bezuinigen. Ook de PVV heeft zich in deze richting ontwikkeld: waar Wilders eerst hartstochtelijk pleitte voor het liberaliseren van de arbeidsmarkt, is ze nu de felste tegenstander daarvan. Nationalistische partijen werpen zich op als de kampioen van het stelsel van sociale bescherming, terwijl de partijen in en om het politieke centrum onder druk van Europese afspraken hierop bezuinigen.

Deze toegenomen sociaaleconomische overeenstemming onder de populistisch-nationalistische partijen is onmiskenbaar en draagt bij tot een groter het draagvlak voor een ‘Vrijheidsalliantie’, maar dit kan niet voorkomen dat het nationalistische karakter van deze partijen ook voor spanningen zal blijven zorgen. De Europese begrotingscrisis leidt immers tot tegenstellingen tussen naties: het is lastig om voor te stellen dat Wilders samenwerking zou zoeken met de Griekse nationalisten, terwijl de PVV Griekenland beschrijft als 'het meest corrupt land van de Europese Unie'.

Ook in het verleden belemmerde het nationalisme de samenwerking in het Europees Parlement.  Duitse en Italiaanse nationalisten hielden het niet bij elkaar uit, omdat ze volstrekt tegengestelde opvattingen hadden over het Italiaanse Zuid-Tirol met zijn Duitssprekende minderheid. Na de Europese verkiezingen van 2004 waren er voldoende nationalistische Europarlementariërs gekozen om een nieuwe fractie te vormen, maar pas in 2007 slaagde het Front National hierin. Het gemeenschappelijk element waren de afkeer van immigratie, de Europese Grondwet en een Turkse toetreding tot de EU. De fractie viel één jaar later echter al weer uit elkaar vanwege een conflict tussen de Italiaanse en de Roemeense leden.

Het is voor nationalistische partijen vaak lastig geweest om grensoverschrijdende samenwerking te verwezenlijken – wellicht vooral omdat zij de neiging hebben de wereld in te delen in de deugdzame natie en gevaarlijke indringers. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid Wilders ook parten spelen: het is lastig voor te stellen dat de PVV-leider, die een meldpunt opzette voor klachten over Polen, Roemenen en Bulgaren, zou kunnen samenwerken met Europarlementariërs uit deze landen, of dat deze parlementariërs met hem in zee zouden willen gaan.

Daarbij komt nog eens dat sommige nationalistische partijen nog altijd sympathie koesteren voor nationaalsocialistische en fascistische regimes, wat  bijvoorbeeld tot uiting komt in hun houding tegenover joden. Partijen als het Front National en het Vlaams Blok waren lange tijd openlijk antisemitisch, hetgeen voor Wilders reden was om hen op grote afstand te houden. Wilders heeft zich altijd onvoorwaardelijk pro-Israël betoond en heeft juist de islam regelmatig een fascistische ideologie genoemd. Dat hij nu samenwerking zoekt met het Front National, komt omdat partijleider Jean-Marie Le Pen, die zich in het verleden antisemitisch had uitgelaten, heeft plaatsgemaakt voor zijn dochter Marine. Zij heeft afstand genomen van het antisemitisme en richt haar pijlen, net als Wilders, op de islam. Lang niet alle nationalistische partijen overigens hebben dit voorbeeld gevolgd; zo houdt Jobbik, de op twee na grootste partij van Hongarije, wel vast aan haar antisemitische retoriek.

Samenwerken?

Bij de komende Europese verkiezingen in mei 2014 zouden de Europese nationalistische partijen hun zeteltal kunnen vergroten, gezien de wijdverbreide onvrede over verdere Europese integratie, de Europese begrotingsafspraken en de steun aan zwakke eurolanden. Bovendien zouden zij samenwerking kunnen zoeken met partijen die nu in de eurosceptische groep 'Europa van Vrijheid en Democratie' zitten. Als zij hun krachten bundelen, kunnen ze, zoals Wilders zegt 'enorm veel voor elkaar krijgen.' Het is echter maar zeer de vraag of de PVV genoeg nationalistische partijen om zich heen kan verzamelen waarmee hij zich ideologisch verwant voelt. Het moeten dan partijen zijn die tegen migratie zijn, en niet zelf afkomstig zijn uit Oost-Europese emigratielanden; die tegen 'de elite' en moslims zijn, maar niets tegen joden hebben; en die tegen de euro zijn, en niet afkomstig zijn uit landen die steun trekken uit het Europees Stabiliteitsfonds.

En dan is het bovendien nog maar de vraag of die partijen met de PVV willen samenwerken. De Britse UK Independence Party bijvoorbeeld koestert haar zelfbeeld als 'niet-racistische libertaire' partij, die haar 'gezonde verstand' gebruikt: uit de Europese Unie, meer veiligheid en minder immigratie. Het is maar zeer de vraag of deze partij zich wil affiliëren met Wilders, die Groot-Brittannië niet in mocht om zijn controversiële anti-Islam film Fitna te tonen. Het is zal erom spannen of Wilders genoeg bondgenoten kan vinden om een fractie te vormen.

Dit artikel verscheen in 'De Hofvijver' nr. 30 d.d. 27 mei 2013.