Morele kwesties in de politiek

cover

Abortus, euthanasie, het homohuwelijk, stamcelonderzoek en vruchtbaarheidsbehandeling. Deze morele kwesties zijn in sommige landen het voorwerp van politieke discussies. Andere landen zien het als ethische kwesties die niet in de politiek behandeld hoeven te worden. Nederland behoort tot de eerste categorie landen; landen waar morele kwesties op de politieke agenda staan. Deze morele kwesties zetten echter wel het Nederlandse coalitiesysteem onder druk. Het legaliseren van abortus in de jaren '80 was bijvoorbeeld een groot struikelblok tussen de christendemocraten en hun coalitiepartners.

Seculiere partijen en kleine conservatieve christelijke partijen gebruiken morele kwesties als discussiepunt tegen de grootste christelijke partij, het CDA. Het CDA daarentegen probeert deze kwesties te vermijden in het politieke debat. De partij moet schipperen tussen emancipatie aan de ene kant en haar religieuze waarden aan de andere kant. De christendemocraten verliezen hierdoor echter draagkracht in de maatschappij. In 1994 verloren zij het politiek leiderschap. Van 2002 tot en met 2012 maakte het CDA weer deel uit van het kabinet. Wetgeving die tegen de principes van christendemocraten zijn, zette de partij opnieuw onder druk. In 2010 boekte het CDA weer een groot verlies en ontstond er binnen de partij grote onrust over strategie en principes. Het gedoogakkoord met de rechtse PVV zorgde alleen maar voor meer geschillen over tolerantie limieten wanneer werd onderhandeld over principes.

Arco Timmermans, onderzoeksdirecteur van het MI, en Gerard Breeman, assistent professor aan de Universiteit van Wageningen wijden een hoofdstuk aan hoe morele kwesties het Nederlandse coalitiesysteem onder druk zetten in "Morality politics in western Europe; parties, agendas and policy choices".