Een stem op de één is een stem op de ander

Wytze van der Woude

De verkiezingscampagne heeft inmiddels het stadium bereikt van de pre-formatie. Tot aan de bekendmaking van de uitslag geven partijen iedere dag een beetje meer bloot van hun voorkeuren voor te vormen kabinetten. Het spreekt voor zich dat vrijwel iedere lijsttrekker een voorkeur uitspreekt voor kabinetsdeelname van zijn of haar eigen partij, dus is het voor journalisten vooral interessant om te vragen met wie zij in ieder geval niet willen regeren.  Na een aarzelende start begint in deze strijd toch enige tekening te komen. De voorlopige uitkomst is overigens niet opvallend: links wil liever niet met rechts; rechts wil liever niet met links en het midden wil liever niet met de uitersten. Doordat sommige partijen nu al een duidelijke voorkeur uitspreken voor bepaalde combinaties kunnen lijstrekkers wier partij in die combinaties geen plaats hebben gevonden, gemakkelijk scoren. Onder het motto: “Als je op de VVD stemt, krijg je de PvdA er gratis bij”, probeert Geert Wilders de VVD in één kamp te plaatsen met de aartsvijand van de PVV. Er zullen ongetwijfeld zwevende kiezers zijn, voor wie dit een overtuigend argument is.

Natuurlijk begrijpt iedereen dat het niet letterlijk zo is dat een stem op de VVD ook een stem op de PvdA is. Hetzelfde geldt voor de GroenLinks en D66 of het CDA en de VVD. Er zijn echter partijcombinaties denkbaar waarbij de stelling dat een stem voor de één ook een stem voor de ander is, wel degelijk hout snijdt.

Lijstencombinaties

Een aantal partijen is namelijk voorafgaand aan de campagne een zogeheten ‘lijstencombinatie’ (ook wel ‘lijstverbinding’ aangegaan. Voor de komende verkiezingen betreft dit de Christenunie en de SGP enerzijds en de PvdA, de SP en GroenLinks anderzijds.  Een lijstencombinatie werkt eigenlijk heel simpel. Na het tellen van de stemmen worden de stemmen van de partijen die zo’n combinatie zijn aangegaan in eerste instantie bij elkaar opgeteld. Het aantal malen dat deze lijstencombinatie de kiesdeler (het totaal aantal op alle partijen uitgebrachte stemmen gedeeld door 150 kamerzetels) ‘haalt’ is het aantal zetels dat deze combinatie in eerste instantie krijgt. Dat kan een groot voordeel opleveren voor de partijen die aan de combinatie deelnemen. Stel dat GroenLinks 4 keer de kiesdeler haalt, maar daarnaast net 1.000 stemmen tekort komt voor een vijfde zetel, terwijl de Partij van de Arbeid en de SP 1.000 stemmen (of meer) ‘overhebben’ dan combineren de drie overschotten van de partijen gezamenlijk tot één zetel die aan één van de drie partijen binnen de combinatie zal worden toegewezen. Daarbij hoeft het overigens niet zo te zijn dat deze extra zetel automatisch toekomt aan GroenLinks (binnen de combinatie worden de zetels verdeeld volgens een systeem waarin het wiskundig gezien ook mogelijk is dat de extra zetel bij één van de andere partijen terechtkomt), maar je weet wel zeker dat de zetel in het ergste geval zal worden bezet door één van je politieke zielsverwanten en niet door – bijvoorbeeld – de PVV. Op die manier kan een stem op de ene partij dus wel degelijk ten gunste werken van een andere partij. Dat effect speelt des te sterker als ook de systematiek van restzetelverdeling in het geheel wordt betrokken.  Zonder nu de hele procedure van restzetelverdeling uit te leggen geldt daarbij dat grote partijen een veel grotere kans maken op restzetels dan kleinere partijen. Omdat een lijstencombinatie in eerste instantie wordt beschouwd als één partij, kan een grote lijstencombinatie veel restzetels wegsnoepen bij kleinere partijen (die geen onderdeel zijn van een lijstencombinatie).  Ook die zetels worden uiteindelijk weer binnen de combinatie verdeeld en ook in die zin kan een stem op – bijvoorbeeld – de SP voordelig uitpakken voor de Partij van Arbeid of GroenLinks.

Het is de vraag of met dit in het achterhoofd wel zo vrijblijvend kan worden gesproken over mogelijkheden voor kabinetsvorming. Stel dat woensdagavond zou blijken dat de PvdA de grootste partij is geworden, dankzij het aangaan van de lijstencombinatie, dan zou ik mij - als ik SP’er zou zijn - ernstig  gepasseerd voelen, als mijn partij van kabinetsdeelname uitgesloten zou worden.