Mag niet van Europa

Na anderhalf jaar crisis staat de euro nog altijd sterk. Indrukwekkend is het complex maatregelen dat de Europese Raad daartoe nam. Allemaal besluiten die twee jaar geleden niemand voor politiek mogelijk hield.

Hoewel premier Rutte dit ontkent krijgt Brussel ongekende invloed op ons totale sociaal-economische beleid. Dus over lonen en prijzen, pensioenen en uitkeringen, ja zelfs over ons onderwijs en de volksgezondheid. Er komt Europese ‘economic governance’. De regering bagatelliseert dit novum graag. Het is veelzeggend dat zij dit project niet wil vertalen in ‘Europees economisch regeren’. Die terminologie is op onze ministeries taboe. Dat komt omdat Nederland historisch tegen de creatie van een ‘Europese Economische Regering’ is.

Belangrijk is het schrappen van de klassieke regel dat EU-landen nooit zullen opdraaien voor elkaars financiële tekorten. Vanaf 2013 komt er een permanent noodfonds (het Europees Stabiliteits Mechanisme). De eurolanden moeten daartoe blijvend 700 miljard euro storten of waarborgen. Nederland steekt ruwweg 35 miljard in dat miljardenschip.  

Ingrijpend is verder het zogenaamde ‘Sixpack’: zes Europese wetten ter versterking van het Stabiliteitspact. Regeringen met een tekort van  meer dan drie procent dan wel meer dan zestig procent van hun BNP staatsschuld, krijgen miljardenboetes opgelegd.

Koehandel tussen bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk was altijd de ‘oplossing’ zodra vanuit het Stabiliteitspact sancties dreigden. Daardoor is nooit opgetreden tegen reuzentekorten. De sancties vanuit de Commissie tegen overtreding van het pact worden voortaan automatisch van kracht. Pas als driekwart van de regeringen zich verzet volgt uitstel. Goedkoop lenen en consumeren zonder op groei en banen te letten (wat Griekenland en Portugal deden) is er niet meer bij. Dit ‘Sixpack’ vol maatregelen moet een nieuwe crisis voorkomen 

De Europese Commissie beoordeelt iedere zomer voortaan onze conceptbegroting. Zij doet vervolgens aanbevelingen over bijvoorbeeld de betalingsbalans, de schuld van overheid en particulieren, huizenprijzen en renteaftrek, het pensioenstelsel, de sociale voorzieningen, de begeleiding en de uitkeringen van de werklozen. De overheidsbegroting is het prerogatief van het nationale parlement. Daaroverheen komt nu Europees toezicht.

Tenslotte het Euro-plus Pact. Iedere deelnemende regering gaat jaarlijks voortaan een waslijst met verplichtingen aan. Die variëren van bijvoorbeeld de loonontwikkeling tot de onderwijsuitgaven, van een verhoogde pensioenleeftijd tot verlaagde of verhoogde belastingtarieven. Vakcentrale FNV sloeg hierover al alarm. Volgens haar ondergraaft Europa de contractvrijheid van werkgevers en werknemers. De FNV wil nationale zeggenschap behouden over bijvoorbeeld loonkosten, uitkeringen, huren, pensioenen, belastingen en woningbouw. Hoewel Europa op deze terreinen slechts adviseert, krijgt Brussel toch sluipenderwijs extra invloed. Affaires met Griekenland en andere slecht bestuurde landen worden aldus voorkomen.

Er is echter een keerzijde. Voortaan zal de overheid in uiteenlopende discussies zich er vanaf maken met ‘Brussel wil dat niet’. Door ‘economic governance’ wordt Europa sterker maar tegelijk komende jaren nog meer impopulair. ‘Mag niet van Brussel’ maakt de Europese Unie tot zondebok. Dat is de prijs van de euro.

Jan Werts, mei 2011