Terugzendrecht

De mogelijkheid van een Kamer (veelal Senaat) binnen een tweekamerstelsel om een wetsvoorstel ter nadere overweging terug te sturen naar de andere Kamer noemen we het terugzendrecht. In veel landen met een tweekamerstelsel bestaat een dergelijk recht. De Nederlandse Eerste Kamer kent dit recht echter niet.

Als regel wordt een teruggezonden wetsvoorstel opnieuw behandeld, waarbij bekeken wordt op welke wijze tegemoet kan worden gekomen aan de bezwaren in de Senaat. Soms wordt voorgeschreven dat een compromis moet worden gezocht. Wel heeft meestal uiteindelijk de Kamer van volksvertegenwoordigers (te vergelijken met onze Tweede Kamer) het laatste woord.

In Nederland is in het verleden al diverse keren gepleit voor invoering van een terugzendrecht. Er bestaat echter geen overeenstemming over de vraag welke Kamer in laatste instantie moet besluiten over aanneming of verwerping. Sommige partijen willen dat na terugzending en na nieuwe behandeling in de Tweede Kamer de Eerste Kamer net als nu het laatste woord houdt. Andere partijen menen dat de eindbeslissing na terugzending door de Tweede Kamer moet worden genomen. De Eerste Kamer zou dan zijn absolute vetorecht verliezen.