Puber Brussel in de boze buitenwereld

maandag 20 december 2021, 13:00, Tijn Sadee en Bert van Slooten

En nou was het genoeg geweest, vond Ursula von der Leyen toen ze aantrad als nieuwe voorzitter van de Europese Commissie. De EU moest wat haar betreft een geopolitieke speler worden! ‘Brussel gaat op het internationale podium zijn tanden laten zien’, beloofde ze. Het klonk daadkrachtig, maar voorlopig had de EU in de gereedschapskist maar één instrument: soft power. Het hield in dat Europa problematische landen in de rauwe rafelrand van het continent zou helpen bij de opbouw van democratie en rechtsstaat. De EU werd weliswaar meer actief in semi-militaire missies, tegen bijvoorbeeld de piraterij voor de Somalische kust. Maar echt hard, dat was toch meer iets voor Amerikanen en Russen.

De mogelijke oprichting van een Europees leger bleef, zoals al decennia, een discussiestuk. Net als het afschaffen van het veto in het EU-buitenlandbeleid. Of het nou om EU-uitbreiding of het instellen van sancties ging, het kwam er pas als álle 27 EU-landen unaniem akkoord gingen. Het resulteerde in slappe compromissen, niveau: ‘De EU-buitenlandministers beraden zich verder over welke economische sectoren in Wit-Rusland met sancties zullen worden getroffen.’

Het waren botte tanden. Bijten deed de EU nauwelijks. En toch was er een enorme EU-buitenlanddienst opgetuigd, de European External Action Service die over de hele wereld diplomaten uitzond naar EU-ambassades. Wat spookten die daar allemaal uit? Konden de eurocraten daar, ver verwijderd van het vertrouwde ‘papieren’ Brussel, een vuist maken? En dan had je nog de EU-missies die de vrede moesten bewaren in landen als Georgië dat, net als Oekraïne, lid was van EU’s ‘Oostelijke Partnerschap’. Een land dus dat bij de EU wilde, maar het voorlopig moest stellen met die soft power. Het zag er vaak wel sympathiek uit, dat was het minste wat je er van kon zeggen.

Oekraïne in 2014

Het pijnlijkste EU-buitenlanddossier zou Oekraïne worden. Hier kwam alles samen: het heilige geloof in soft en het gebrek aan besef dat het er wel eens hard aan toe kon gaan. Bovenal: de naïviteit. Er was geen doordacht stappenplan dat rekening hield met mogelijke escalatie. Zelfs tot kort vóór de fatale februaridag in 2014, de dag van het bloedbad op het Maidan-plein, was het geloof in soft power nog heilig. “Het gaat niet om een keuze die Oekraïne moet maken tussen Moskou of Brussel”, zei Frans Timmermans toen we hem tegenkwamen op Maidan, een paar maanden voor dat de scherpschutters van de regering er betogers onder vuur zouden nemen. “Je kunt met beide partijen goede relaties onderhouden.” Timmermans, nu Eurocommissaris, was in die dagen minister van Buitenlandse Zaken. „Het gaat er hier heel ontspannen aan toe”, zei hij, te midden van de pro-Europese betogers op het plein. Een paar maanden later mondde ‘Maidan’ uit in een geopolitiek drama. De EU stuitte op hard power.

Waren ‘Maidan’ en EU’s handelen in Oekraïne ooit geëvalueerd, vroegen we jaren later aan diplomaten in Brussel. Alleen “strikt off the record” was men bereid er over te praten. Nee. Het was nooit geëvalueerd. ‘Maidan’, zoals wijlen VVD-Europarlementariër Hans van Baalen al had gezegd, had de status

van het EU-buitenlandbeleid blootgelegd. ,,Dat beleid is embryonaal.”

Borrell in 2021

Inmiddels wordt in Brussel beterschap beloofd. “We zitten nu in de fase van de puberteit”, zei een Brusselse topdiplomaat op een besloten bijeenkomst.

Het levert nog altijd pijnlijke situaties op, zoals het bezoek van EU-buitenlandchef Josep Borrell, begin 2021, aan Moskou. Het draaide uit op een beschamende diplomatieke slapstick. Gastheer Sergej Lavrov, de ervaren Russische minister van Buitenlandse Zaken, organiseerde een persconferentie die, zo bleek al snel, enkel bedoeld was om Borrell te vernederen. Terwijl Borrell nog beleefdheden stond uit te wisselen maakte Lavrov van de gelegenheid gebruik om de EU af te schilderen als “onbetrouwbare partner”. Wat ging hier mis? In kringen rond Borrell werd het later uitgelegd als een val waar Borrell in was getrapt. “Lavrov wilde heel duidelijk voor een groot publiek de boodschap overbrengen: 'EU, je doet er niet toe.’”

 

Wanneer komt Brussel uit deze puberteit? In het boek ‘Het Brusselse moeras’ komen de mensen aan het woord die de Brusselse bubbel bevolken. In de morsige cafés en in de wandelgangen schaven zij aan wetten en politieke deals die het leven van ruim 450 miljoen Europeanen bepalen. Het boek verschaft inzicht in het Brusselse moeras en in de toekomst van de EU in de ‘boze buitenwereld’.

De auteurs van het boek zijn Tijn Sadée, sinds 2009 Europacorrespondent voor NOS, VPRO en NRC Handelsblad, & Bert van Slooten, die al meer dan dertig jaar bericht over de Europese Unie, voorheen voor de NOS, nu voor de website Brusselse Nieuwe.

Het boek staat nu in de Top 10 Europese boeken op politiekeboeken.com.