‘Een groote opoffering’

maandag 28 september 2020, 13:00, Jan Schinkelshoek

‘Het is altijd een groote opoffering om een mooie carrière te breken voor een ambt waarbij men zich - voor een zeer karig loon nog wel - moet laten uitschelden door Jan en Alleman (..) zonder dat men af en toe eens met een karwats kan antwoorden.’

Nee, het gaat niet om mijzelf.

Het is een bloemrijke uitspraak van de latere minister-president Colijn, ex-militair uit het begin van de vorige eeuw, opgetekend in een brief aan zijn partijgenoot Idenburg, gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië.

Meer dan honderd jaar geleden had Colijn al niet bepaald een hoge dunk van de politiek. Op verzoeken om zich kandidaat voor de Tweede Kamer te stellen reageerde hij nogal minzaam. Hij ging liever de ‘olie’ in dan het parlement.

Honderd jaar later is er niet zo veel veranderd. De animo voor de politiek daalt. Het rijtje Kamerleden dat zich afmeldt voor een volgende periode wordt met de dag langer. Steeds weer dezelfde klachten: een hoge werklast, een grote druk om te ‘scoren’, voortgedreven van incident naar incident, achtervolgd door media en blootgesteld aan haat en nijd.

Met name de mediacratie eist z’n tol. Er zijn opvallend veel Kamerleden die het hele politiek-publicitaire complex te veel wordt. Steeds weer proberen de krant te halen op tv te komen met flitsende ideeën en ideetjes, gewiekste quotes en andere acties, alleen maar om zo in het hele circus staande te blijven en je kansen op herverkiezing veilig te stellen - dat gaat op den duur zelfs de meest mediagenieke politicus tegenstaan.

Het wordt nog een hele klus voor partijen om straks fatsoenlijke kandidatenlijsten presenteren. Natuurlijk zijn er best waaghalzen, avonturiers of ondernemende types die het een keertje willen proberen. Maar je krabt je wel drie keer achter de oren als je gevraagd wordt een solide baan op te geven voor het grillige bestaan als kamerlid, wethouder of zelfs minister. Ook omdat het vaak gepaard gaat met een daling aan inkomen die bij lange na niet wordt gecompenseerd door maatschappelijke achting. Alleen bankiers staan er nog slechter voor…

De afbreukrisico’s zijn niet mis. Het aantal wethouders dat tussentijds naar huis wordt gestuurd, blijft stijgen. Steeds meer raadsleden stappen tussentijds op. De burgemeestersketen levert steeds minder zekerheid op. Het is altijd hard werken geweest, je moet 24/7 beschikbaar zijn. Maar ontspannener wordt het niet. En na het vertrek uit de politiek ligt al lang niet meer een goudgerande baan of een welverdiende betrekking te wachten.

Nee, je zult mij niet betrappen op minachting over de politiek of politici. Ik heb me er met veel genoegen, zelfs passie aan overgegeven. Maar daarom misschien wel gaat me die teloorgang zo aan het hart. Het kost steeds meer moeite om mensen, zeker met ruime ervaring in het bedrijfsleven of de maatschappij, er toe te bewegen een paar jaar te besteden aan politiek en bestuur, aan wat zo fraai de ‘publieke zaak’ wordt genoemd. Ik ken er te veel die er, helaas, niet over peinzen.

Wat het zo droevig maakt, is dat de politiek er van af aan doet om zichzelf zo onaantrekkelijk mogelijk voor te stellen. Nee, ik begin niet weer over de vergroving en de verruwing aan het Binnenhof. En ook niet over het weg-met-ons of de goedkope scoringsdrift. Daar kijken ‘we’ wel doorheen. Maar waarmee het Binnenhof zichzelf erg veel schade doet, is mee te werken aan de suggestie dat Kamerleden ‘zakkenvullers’ zijn. Anders valt niet te verklaren dat er steeds weer, ook serieuze politici, beginnen over de allerminste royale inkomens en wachtgelden. Iedereen weet dat die de afgelopen jaren versoberd zijn. Maar toch duiken steeds weer voorstellen op om er nog verder het mes in te zetten. Dat klinkt heerlijk gemakkelijk, maar is erger dan kortzichtig. Wie het Kamerlidmaatschap aantrekkelijk wil houden voor mensen die hun sporen elders hebben verdiend, wie onafhankelijk denkende parlementariërs wil, wie capabele mensen met een jong gezin, een hypotheek en een goed carrière voor zich zoekt, zal letterlijk een prijs betalen.

Colijn is uiteindelijk toch in de politiek gegaan. Maar wel nadat hij z’n schaapjes op het droge had. Dat is toch niet iets dat we willen?

 

Jan Schinkelshoek, hoofdredacteur van de Hofvijver, was lid van de Tweede Kamer voor het CDA.