De terugslag van het compromis: historische achtergronden bij de Poolse politiek

maandag 24 september 2018, 13:00, column van mw. Christie Miedema

Wie volwassen was in de jaren tachtig kent hem zeker nog en wie jonger is heeft hopelijk over hem uit de geschiedenisboekjes geleerd: Lech Wałęsa. De legendarische besnorde elektricien uit Gdańsk liet in de jaren tachtig de wereld de adem in houden toen hij de eerste vrije vakbond van communistisch Oost-Europa, Solidariteit, tot tien miljoen leden liet groeien. Tussen al het nieuws over Polen de afgelopen maanden - over tot pensionering gedwongen hooggerechtshofrechters en massale demonstraties - besteden vele media aandacht aan het feit dat Wałęsa besloten heeft zich openlijk tegen de regering te keren. Dat is niet zo gek: het is een aantrekkelijk verhaal. De leider die de Polen democratie bracht komt terug van pensioen en keert het tij in een land dat langzaam naar dictatuur lijkt af te glijden. De realiteit is echter complexer dan dat.

Wałęsa is niet de enige bekende opposant die zich nu weer in de rol van dissident gedrongen voelt. Een voorbeeld is Władysław Frasyniuk - in de jaren tachtig ook legendarisch omdat hij lange tijd aan de geheime diensten wist te ontkomen. Nu staat hij weer op de barricaden. Begin dit jaar werd hij om zes uur ’s ochtends thuis gearresteerd en in handboeien weggevoerd. Het verschil? In de jaren tachtig werden zijn handen van voren geboeid, nu achter zijn rug.

Maar Wałęsa en Frasyniuk hebben niet het alleenrecht op het kapitaal dat de oppositie in de jaren tachtig heeft opgebouwd. Ze strijden tegen een regering van hun gelijken, want hun collega’s van toen delen nu de lakens uit. Partijvoorzitter van Recht en Gerechtigheid (PiS) en grote baas achter de schermen Jarosław Kaczyński was ook actief in een reeks bekende oppositiegroepen tijdens de jaren zeventig en tachtig. Premier Mateusz Morawiecki is de zoon van Kornel Morawiecki, die in de jaren tachtig Strijdende Solidariteit oprichtte om de strijd een graadje radicaler voort te zetten, en was zelf ook vanaf jonge leeftijd actief in de oppositie. Minister van Buitenlandse Zaken Jacek Czaputowicz richtte een nonconformistische studentengroep op die demonstratief dienstplichtboekjes verbrandde.

Er is niet één politieke stroming in Polen die kan claimen de enige rechtmatige nazaat van de oppositie tegen het communisme te zijn geweest. Dus claimen ze het vrijwel allemaal en ontzeggen elkaar het recht. Beschuldigingen van samenwerking met de geheime dienst niet van de lucht, vooral tegen Wałęsa. Omgekeerd schoot het de familie Wałęsa in het verkeerder keelgat toen eerder dit jaar een standbeeld van Jarosław’s tweelingbroer Lech Kaczyński, die in 2010 als president van Polen omkwam bij een vliegtuigongeluk, werd voorgesteld als symbool van Solidariteit.

Dialoog of decommunisatie?

Omdat veel van de huidige politici nazaten zijn van de strijd tegen het communisme, zijn veel van de huidige scheidslijnen in de politiek daarop terug te voeren. Al in de jaren zeventig en tachtig bestond er een verschil tussen activisten die het als een taak zagen een pluralistische samenleving te scheppen en in dialoog te gaan met de posities van de ander en activisten die minder tolerant waren tegenover wie buiten de morele gemeenschap van de oppositie viel. De eerste groep kreeg eind jaren tachtig de overhand en wist in ronde-tafel-onderhandelingen het communistische regime via compromissen aan zijn einde te brengen. Er werd besloten naar de toekomst te kijken en niet met het verleden af te rekenen. De tweede groep bleef verbitterd achter en neemt nu wraak. Het feit dat Polen, net als overigens Hongarije, met een compromis in plaats van een revolutie afscheid nam van het communisme is niet de oorzaak voor het afglijden van de rechtsstaat, maar de ontevredenheid erover is wel een belangrijke bijdrage aan de polarisatie tussen politici en een nuttig verhaal om de maatregelen mee aan te kleden.

Zo verdedigt de regeringspartij PiS veel van haar maatregelen als de decommunisatie die haar voorgangers hebben nagelaten. Omdat veel van haar grootste tegenstanders streden dertig jaar eerder echter net zo zeer tegen de dictatuur als zij, levert dat absurde situaties op. Zo viel er bij de recente vervroegde gedwongen pensionering van hooggerechtshofrechters een rechter ten prooi die in de jaren tachtig opposanten bij stond. Tegelijkertijd zijn er onder de aanjagers binnen PiS mensen die in de jaren tachtig het regime dienden.

Op zijn beurt grijpt Wałęsa terug op zijn eigen beproefde methodes van voorheen. Hij dringt de huidige machthebbers in het nauw door zijn dialoogbereidheid. Vorige maand schreef hij een brief aan Kazcyński met het verzoek zich met elkaar te verzoenen zoals hij zich eerder ook met de communistische leider in de jaren tachtig Wojciech Jaruzelski had verzoend. Verzoening lijkt voor PiS echter nog ver weg. Niet met Wałęsa en niet met de laatste overblijfselen van het communistische verleden.