Is het referendum al dood? Leve het raadgevend referendum!

maandag 30 april 2018, Prof.Mr. Aalt Willem Heringa

Net zo min als het motief van een Tweede Kamerfractie voor haar stem relevant is voor de vraag of een stemming geldig is, of voor de vraag of de indiening van een initiatiefvoorstel geldig is, zo is dat bij referenda. Een referendumuitslag heeft de door de wet eraan toegekende waarde, ongeacht waarom en wie voor- of tegenstemmen. Soms stemmen politici voor een voorstel, terwijl ze eigenlijk tegen zijn, en wel omdat dat past in de fractiediscipline of vanwege het regeerakkoord. Aan de uitslag doet dat verder niets af.

Kortom, of de voorstanders en initiatiefnemers van het mogelijk derde raadgevende referendum nu wel of geen eerbare motieven hebben: het zij zo. Wat telt is het aantal handtekeningen. En als ik eerlijk ben: na het referendum over de WIV, is een referendum over de nieuwe donorwet wat mij betreft ook echt een goed referendumonderwerp. Sterker, het onderwerp is zelfs nog overzichtelijker en minder technisch, en het gaat over de lichamen en organen en gezondheid van alle kiezers. Bovendien was de meerderheid in het parlement uitermate krap over deze grondrechtelijke casus.

Wanneer ook dit referendum doorgaat, dat wil zeggen als de Eerste Kamer een beetje treuzelt met haar besluitvorming over de afschaffing van het raadgevend referendum en als er tijdig de 300.000 handtekeningen komen, kunnen we straks zomaar drie referenda hebben gehad, waarvan de laatste twee dan ook nog eens gekwalificeerd zouden kunnen worden als deugdelijk.

Tenzij natuurlijk het argument is dat dit soort zaken niet passen in een representatieve democratie en dat toch ook de wil van de meerderheid niet altijd doorslaggevend moet zijn. Op dat spoor zit de regering niet, want men wil het raadgevend referendum afschaffen omdat het raadgevend is en daarom ondeugdelijk. Ik zou dan toch zeggen, dat is nu juist het mooie! Immers de raad van de kiezer kan met mate en proportioneel worden opgevolgd. Zoals na de WIV: hoe dan ook wordt die wet aangepast en zijn er enkele gebaren gemaakt naar de tegenstemmers. Heet dat niet een win-winsituatie?

De huidige wet raadgevend referendum die nu net lekker op stoom begint te komen, moest worden afgeschaft, terwijl er toch ook vele manieren zijn om die wet te verbeteren. Schaf bijvoorbeeld de opkomstdrempel af en laat de wetgever een referendum en haar uitslag wegen, en daarbij ook de opkomst en de omvang van de meerderheid. Maak het bijvoorbeeld mogelijk om subvragen op te nemen, waarbij naar de belangrijkste reden voor de voor- of tegenstem wordt gevraagd. Dan kan ook dat een rol spelen bij het in aanmerking nemen van de uitslag.

Voor de goede orde: ik ben geen voorstander van het referendum, maar ook geen voorstander van rommelen met het staatsrecht. Ik ben voorstander van donaties, maar niet van een systeem dat als uitgangspunt kiest dat men donor is, tenzij. Ten principale moet dat zijn: geen donor tenzij men beschikt van wel. Maar als gezegd, motieven doen er eigenlijk niet toe: wel een waarneming dat het referendum zoals dat is mogelijk gemaakt, zou kunnen gaan werken en met enkele kleine verbeteringen nog zo slecht niet is.

Het nadeel van een beslissend referendum (machtswoord van de meerderheid) is er ook bij het machtswoord van de meerderheid voor afschaffing (het regeerakkoord), terwijl we in beide gevallen weten dat die meerderheden er genuanceerd over denken en eigenlijk ook verdeeld zijn. Dat is het voordeel van het raadgevende referendum: de nuance kan worden gezocht bij het eraan gevolg geven en er kan achteraf worden recht gedaan aan de geschakeerde motieven van voor- en tegenstanders. Schaf het referendum dus niet ongenuanceerd meteen af; maak, zoals ik eerder schreef, van het staatsrecht geen jojo, en evalueer zorgvuldig de werking al dan niet met/na enkele reparaties aan de wet raadgevend referendum.

Deze bijdrage stond in