Terugblik op de 'présidentielles'

vrijdag 26 mei 2017, 16:22, analyse van Niek Pas, Universiteit Amsterdam

De verkiezing van Emmanuel Macron op 7 mei jl tot de 8e president van de Vijfde Republiek was, gelet op de ontwikkelingen in de 1e en 2e ronde van dit verkiezingscircus, nauwelijks nog een verrassing te noemen. Maar dat is het wel als we terugblikken op het afgelopen najaar. Slechts weinigen hadden kunnen bevroeden dat deze ‘ovni en politique’[1] het al op 39-jarige leeftijd tot de opvolger van François Hollande zou schoppen. Kortom, Frankrijk heeft een knotsgekke campagne achter de kiezen, en het is nog niet voorbij: op 11 en 18 juni wachten de Kamerverkiezingen (Législatives) waarbij voor de nieuwe president, zijn premier en kabinet nog heel wat op het spel staat. Daarover zodadelijk meer.

Voorverkiezingen

Een campagne vol plotwendingen en onverwachte gebeurtenissen. Als er een cijfer voor dramatiek aan deze verkiezingen zou worden toegekend, zou deze zeker met een 10 zijn gehonoreerd. Het begon al met de voorverkiezingen (primaires). Dit verschijnsel, overgewaaid uit de VS, lijkt zich inmiddels stevig te hebben verankerd in de Franse politieke cultuur. In totaal werden er drie georganiseerd: een eerste voor diverse Groene partijen, een tweede op rechts (Les Républicains en bondgenoten, medio november 2016) en een derde op links (de Parti Socialiste en enkele overige formaties ter linkerzijde, in januari 2017).

Niet alle kandidaten namen hier aan deel. Emmanuel Macron startte in april 2016 zijn eigen politieke beweging, En Marche! (Frankrijk vooruit!), en weigerde aan de primaires mee te doen. Hetzelfde gold voor Jean-Luc Mélenchon. De linksradicale tribun voerde zelf campagne met La France Insoumise (het opstandige Frankrijk). En, tenslotte, het Front National onder leiding van Marine Le Pen, hield zich ook afzijdig van die primaires.

Met name de voorverkiezingen rondom de twee grootste partijen, de PS en LR, vanaf de oprichting van de Vijfde Republiek voortdurend spelbepalers geweest (onder andere namen, in Frankrijk is het heel normaal dat partijen regelmatig van naam wisselen), leidden tot verrassende uitslagen. Voor centrumrechts betekende dat gedoodverfde kandidaten zoals oud-premier Juppé of oud-president Sarkozy het onderspit dolven tegen een andere oud-premier, François Fillon. De rode loper naar het Élysée lag voor deze liberale conservatief uitgerold. Hij stond hoog in de peilingen en Frankrijk was, na vijf teleurstellende jaren Hollande, even klaar met een socialistische president. L’alternance diende zich aan. De uittredende president had dit goed begrepen, en verklaarde zich niet herkiesbaar te stellen. Dat was een tweede verrassing, want nog nooit voorgekomen in de geschiedenis van de Vijfde Republiek.

Le Parti Socialiste

De primaires op links, in januari, leidden tot de volgende verrassing. Niet voormalig premier Valls, of oud-minister van Economie, Arnaud Montebourg verkregen het felbegeerde ticket, maar oud-minister van Onderwijs Benoît Hamon. Een afrekening van de achterban van de Socialistische Partij met het door Hollande en Valls gevoerde beleid dat té liberaal werd beschouwd. Hamon behoorde tot de linkervleugel van de partij, en was in de afgelopen jaren voortdurend in oppositie geweest tegen het regeringsbeleid van de eigen politieke familie. De frondeurs [2] kraaiden te vroeg victorie, want de rechtervleugel (Valls) en de partij (onder leiding van Cambadélis) weigerden de gekozen PS-kandidaat te steunen in zijn strijd om het presidentschap. De PS ging bekvechtend ten onder en Hamon behaalde een schamele 6% in de 1e ronde van de Présidentielles op 23 april 2017. Een historisch lage score voor de eertijds grote socialistische partij.

Les Républicains

De andere belangrijke politieke partij, Les Républicains, met Fillon aan het roer, crashte eveneens in de 1e ronde: met 20% op de derde plaats, en daarmee uitgeschakeld. Alleen de twee hoogstscorende kandidaten gaan immers naar de 2e ronde. Dat Fillon het niet redde, had alles te maken met het schandaal rond nepbanen die hij in zijn tijd als parlementariër zou hebben vergeven aan zijn vrouw en kinderen. Het satirische onderzoeksweekblad Le Canard Enchaîné kwam hiermee eind januari naar buiten. De onthullingen leidden tot een mediastorm en een gerechtelijk vooronderzoek door Justitie. Fillon werd in staat van beschulding gesteld, maar weigerde terug te treden ondanks aandringen uit de partijgeledingen. De kwestie was des te pijnlijker aangezien Fillon campagne had gevoerd als kandidaat met een ‘schoon geweten’, nooit met Justitie in aanraking geweest (in tegenstelling tot Sarkozy, Juppé of Le Pen, tegen wie onderzoeken naar corruptie en frauduleuze partijfinanciering hadden gelopen of waren ingesteld), voorbeeld van de nieuwe moraliteit in de politiek. Het ging er niet meer om of Fillon schuldig was, hij was niet meer geloofwaardig.

De eerste ronde

In totaal deden 11 kandidaten een gooi naar het Élysée, zes ‘kleintjes’ (Groenen, extreem-links, soeverein-rechts) en vijf echte kanshebbers. Van die handvol stonden Hamon en Fillon als snel op achterstand. Bleven over: de radicaallinkse Jean-Luc Mélenchon, de extreem-rechtse Marine Le Pen, en die relatief onbekende centrumkandidaat Emmanuel Macron. Dat Le Pen in de 2e ronde zou belanden, daar ging iedereen van uit. De peilingen wezen dat al maande van te voren aan. De onvrede onder de Franse kiezer met het politieke systeem (de schandalen, corruptiezaken), de kwakkelende economie en actuele kwesties als Europa, immigratie, aanslagen en Franse identiteit was groot, en het FN wist daar handig op in te spelen. Hetzelfde gold voor Mélenchon. Hij profiteerde van de implosie van de PS en eindige met 19% van de stemmen op de 4e plaats in de 1e ronde. Historisch hoog, maar een persoonlijke nederlaag – Mélenchon geloofde dat hij die 2e ronde had kunnen bereiken.

De grote winnaar van de 1e ronde werd Emmanuel Macron. Met 24% nestelde hij zich aan kop, nog voor Marine Le Pen (21%). Een daverende verrassing. De oud-minister van Economische Zaken, altijd het liberale geluid vertolkt binnen de PS-regering (hij was zelf trouwens geen lid van de Socialistische Partij), had een uitgekiende campagne gevoerd. Macron verleidde de Fransen met een visie die stond voor optimisme en positiviteit, geloof in de mogelijkheden van elk individu, in de toekomst, in technologisering, en ook in méér Europa. Kortom, in alles het spiegelbeeld van Le Pen en Mélenchon. Macron bewoog zich behendig in het politieke centrum. Traditioneel is de beweging vanuit de flank naar het midden (de strategie van de PS en LR in het verleden) maar Macron draaide het dus om: hij nestelde zich in het politieke centrum en wist vervolgens zowel op links als op rechts Franse kiezers naar zich toe te trekken. Macron voerde een andere politiek, een andere tactiek (geen partij, maar een beweging, bottom up) en belichaamde een ander geluid: een jonge, aantrekkelijke, politicus, bovenal gecultiveerd, erudiet en in staat zijn toehoorders te enthousiasmeren. Kortom, een politiek fenomeen.

De tweede ronde

De 2e ronde, op 7 mei, was een formaliteit. De voorsprong van Macron op Le Pen kwam nooit in gevaar. De PS en LR schaarden zich, mokkend, achter zijn kandidatuur. Mélenchon weigerde partij te kiezen zodat van een klassiek ‘pacte républicain’ geen sprake was. In het verleden sloten links en rechts consequent de gelederen als het er op aan kwam, het FN buiten de macht te houden. Dat het Franse cordon sanitaire dit maal niet werkte, wijst ook op het ingroeien van het Front National in de Franse politiek en samenleving. Marine Le Pen behaalde op 7 mei 34% van de stemmen, bijna 11 miljoen kiezers. Historisch. Maar het FN had duidelijk op meer gehoopt, de teleurstelling bij Le Pen was groot, en de onvrede binnen de partij mogelijk nog groter.

Met 66% van de stemmen beschikt de nieuwe president, Emmanuel Macron, over een duidelijk mandaat. Toch geeft deze uitslag een vertekenend beeld. Een kwart van de kiezers kwam op 7 mei niet opdraven – en dat was sinds de presidentsverkiezingen van 1969 niet meer voorgekomen. Bovendien stemden veel Fransen niet vóór Macron maar tégen Le Pen. Tenslotte: het aantal blanco en ongeldige stemmen was nog nooit zo hoog. Kortom, een uitslag die niet al te letterlijk moet worden genomen.

De 'derde' ronde, de Kamerverzkiezingen

De verkiezingen zijn nog niet voorbij. Er volgt als het ware nog een 3e ronde, de Kamerverkiezingen, over een paar weken. Macron heeft inmiddels een premier aangesteld, de centrumrechtse Édouard Philippe. Het kabinet bestaat uit 22 bewindslieden. De posten zijn, zoals beloofd door de president, gelijkelijk verdeeld over mannen en vrouwen – hoewel de belangrijkste portefeuilles (Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken, Justitie, Defensie, Economie…) toch weer aan mannen zijn toegevallen. De vernieuwing zit vooral in de politieke samenstelling: PS, LR en centrumformatie MoDem zijn vertegenwoordigd, evenals de Radicalen (oude Republikeinse partij) en, zoals Macron had beloofd, diverse personen uit het maatschappelijke middenveld (la société civile). De kersverse president legt de lat hoog, heel hoog. Zijn hervormingsagenda is zeer ambitieus, beslaat elk denkbaar terrein: moraliseren van de politiek, dynamiseren van de economie, hervormen van de EU, moderniseren van onderwijs en gezondheidszorg, technologiseren van Frankrijk, afslanken van de bureaucratie, liberaliseren van de arbeidsmarkt enzovoorts… Hij heeft eigenlijk alleen een kans van slagen als hij op 18 juni ook over een meerderheid in het parlement beschikt. Het liggen dus nog enkele spannende weken in het verschiet. Wie zei dat politiek in Frankrijk saai is?

[1] Inmiddels een veelgebezigde uitdrukking in Frankrijk. Ovni = Objet volant non identifié, een ufo

[2] Verwijzing naar La Fronde, een opstand onder de adel, 17e eeuw, in de jonge jaren van Lodewijk XIV