Op weg naar een Kamer van verantwoording

Gerard Breemanuniversitair docent Bestuurskunde, fellow van het Montesquieu Instituut

Excerpt uit De bestuurlijk kaart van Nederland (anno 2215)

De Bestuurlijke Kaart is een leerboek dat gebruikt wordt in 19 verschillende universitaire en HBO opleidingen. Het doel is om studenten een eerste kennismaking te bieden met het openbaar bestuur in Nederland (Breeman, Van Noort en Rutgers (2012) De bestuurlijke kaart van Nederland. Het openbaar bestuur en zijn omgeving in nationaal en internationaal perspectief, Bussum, Coutinho). De eerste druk verscheen in 1999 en inmiddels zal in 2016 de zesde druk verschijnen. In de volgende bijdrage is het hoofdstuk over De Staten-Generaal herschreven voor het jaar 2215.

3.2. De Staten-Generaal

De Staten-Generaal vormden al in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795) en tijdens het (Verenigd) Koninkrijk der Nederlanden (1815-2068) de belangrijkste staatsinstelling. Tijdens het koninkrijk werden de leden van de Staten-Generaal  gekozen op grondslag van evenredige vertegenwoordiging en bestond de Staten-Generaal uit een Eerste en Tweede Kamer. Na de Europese constitutionele harmonisatie (2075) zijn de namen gewijzigd in Kamer van Advies (of advieskamer) en Kamer van Verantwoording (of verantwoordingskamer).  Ook zijn de taken van beide kamers fundamenteel gewijzigd. Volgens artikel 50 van de Europese constitutie dient de Kamer van Advies alle belangen van de inwoners van het (Nederlandse) gewest te representeren bij het Europese parlement (de wetgevende macht). Volgens artikel 51 dient de Kamer van Verantwoording alle uitvoerende besluiten van de Europese regering die voorgenomen of uitgevoerd worden binnen het (Nederlandse) gewest, te controleren en haar daar verantwoording over te laten afleggen. De zittingsduur van beide Kamers is in beginsel vier jaar.

Samenstelling

De Kamer van Advies bestaat uit 48 leden en is tripartiet samengesteld. Een derde van de leden bestaat uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Zij worden gekozen door de Raad voor Handel en Conflictresolutie, waar in principe alle ondernemingen uit de regio met een bepaalde omvang bij zijn aangesloten. Een derde van de leden bestaat uit beleidsexperts en vertegenwoordigers uit de wetenschap. Zij worden benoemd door de Europese regering uitsluitend op voordracht van de Kamer zelf. En een derde wordt getrapt gekozen door alle lokale bestuurders uit het Nederlandse gewest, meestal zijn dit wethouders.

De Kamer van Verantwoording bestaat uit 100 leden en wordt rechtstreeks gekozen door de kiesgerechtelijke bevolking. De verkiezingen voor de verantwoordingskamer vinden tegelijk plaats met de verkiezingen voor het Europees Parlement. Om verkiesbaar te kunnen zijn voor de verantwoordingskamer –het passieve kiesrecht- moeten kandidaten de Europese nationaliteit bezitten, minimaal achttien jaar zijn en in de Nederlandse regio erkende sociaaleconomische banden hebben, zoals het bezit van een woning voor eigen gebruik of het verwerven van een inkomen binnen het gewest.  Dezelfde eisen gelden om te mogen stemmen bij de verkiezingen– het actieve kiesrecht.

Taken

De Kamer van Advies heeft een wettelijk adviesfunctie aan het Europese Parlement. Tijdens de constitutionele harmonisatie werd bepaald dat het Europees Parlement verplicht advies moet inwinnen bij de gewestelijke Kamers van Advies over alle wetsvoorstellen. De advieskamer heeft tot doel om alle sociaal- economische consequenties en belangen voor het gewest van de voorgestelde wetten af te wegen. Pas nadat alle gewesten om advies is gevraagd, wordt het wetsvoorstel in het Europees Parlement behandeld. Op deze wijze hebben de gewesten een belangrijke positie in de gehele wetgevingsprocedure van de noordwestelijke EU.

De Europese Constitutie bepaalt dat de Kamer van Verantwoording zowel bewindsvoerders (ministers, deputy ministers, delegated ministers), als hogere ambtenaren van de uitvoerende diensten ter verantwoording kan roepen over het beleid dat in het gewest is voorgenomen of uitgevoerd. Alle wetten die door het Europees Parlement zijn aangenomen zijn raamwetten en moeten door de Europese regering in gewestelijke uitvoeringsregelingen worden omgezet. Artikel 81 van de Constitutie bepaalt dat de regering niet alleen verantwoording moet afleggen over het uitgevoerde beleid maar ook over de wijze waarop een Europese raamwet is omgezet in een uitvoeringsregeling. Alle uitvoeringsregelingen moeten door de Kamer van Verantwoording worden goedgekeurd. De Kamer heeft de mogelijkheid om amendementen op de regeling voor te stellen, maar de regering is niet verplicht deze over te nemen. Wanneer een regeling uiteindelijk geen steun vindt in de verantwoordingskamer dan wordt hier definitief in het Europese parlement over besloten (zie hoofdstuk 2).