Polen snakken naar sociale vernieuwing

Na acht jaar wordt Polen weer onvoorspelbaar

Malgorzata Bos-Karczewska, econoom, publicist en hoofdredacteur van de website Polonia.nl

De Polen kiezen als president een onervaren politicus zonder visie, die verandering belooft. De overwinning van Andrzej Duda, van de nationaal-conservatieve Recht en Rechtvaardigheid (PiS), zorgt voor een politieke aardbeving.

Het hardst getroffen is het regerende Burgerplatform (PO) dat de opstand van burgers niet zag aankomen en nog steeds niet begrijpt. Met president Duda krijgt de PiS van Jaroslaw Kaczynski de wind in de zeilen. Een zege in de parlementaire verkiezingen in het najaar lijkt steeds waarschijnlijker.

De nieuwe president

De vrij onbekende, 43-jarige jurist Andrzej Duda versloeg in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, met een half miljoen stemmen, de zittende president Bronislaw Komorowski die gesteund werd door de PO.

Duda won dankzij een energieke campagne, populistische beloftes en vooral de leus “we gaan samen Polen veranderen”, terwijl Komorowski hamerde op de status quo en de angst voor de PiS probeerde aan te wakkeren.

De president heeft in Polen niet alleen een ceremoniële rol, maar echte politieke bevoegdheden, vooral op het terrein van buitenlands en veiligheidsbeleid. Hij heeft een veto- en initiatiefrecht en ratificeert internationale verdragen.  Duda kan de verandering van het EU- verdrag blokkeren.

Sinds 2014 was Duda lid van Fractie Europese Conservatieven en Hervormers in het Europees Parlement, een verzameling van eurosceptici aangevoerd door de Britse Conservatieven en de PiS.

De overwinning van Duda roept angstige vragen op in Brussel, Berlijn en andere Europese hoofdsteden. Duda is tegen de invoering van de euro, wil Polen uit de mainstream van de EU halen en de bevoegdheden van Brussel inperken. Hij lijkt een bondgenoot van David Cameron te zijn.

Putin kan tevreden zijn. Met een nationalistische, eurosceptische president en later mogelijk met de PiS aan de macht in Polen, komt er meer verdeeldheid  in de EU. Dat Polen zich harder gaat opstellen tegen Rusland is een bijzaak. In Warschau vreest men een ‘orbanisatie’ van Polen. Premier Victor Orban van Hongarije is een voorbeeld voor Kaczynski, hoe je een land met sterke hand bestuurt. 

De tweedeling

De nationaal-conservatieve PiS staat bekend om de kritiek op ‘diktaten’ van ‘Brussel’ en Angela Merkel. Zijn leider Jaroslaw Kaczynski noemde in de afgelopen jaren premier Donald Tusk en de PO landverraders. Onder Jaroslaw Kaczynski als premier in 2005-2007 was iedereen verdacht, Polen werd een onbetrouwbare partner in de EU en de relatie met Duitsland verzuurde.

Kaczynski’s morele revolutie mislukte. In 2007 brachten de ontevreden kiezers Tusk met de zijn rechts-liberale PO aan de macht. De leider van PiS zaaide jaren verdeeldheid door te beweren dat achter de dood van zijn broer president Lech in de vliegtuigcrash in het Russische Smolensk (april 2010) een complot van premier Tusk schuil ging. De Smolensk-ramp verdiepte de tweedeling van de Polen tussen PO en PiS.

Maar in december vorig jaar vertrok Donald Tusk naar Brussel om de voorzitter van de Europese Raad te worden. Polen waren toen al uitgekeken op de ‘teflon-premier’ Tusk en zijn PO. De toonaangevende Poolse televisiejournalist Tomasz Lis voorspelde: “Met Tusk in Brussel, wint Kaczynski de verkiezingen”.

Onderkenning van sociale kwesties

Hoe is het mogelijk dat vele Polen voor de PiS niet meer bang zijn? Antwoord: Na acht jaar hebben Polen de buik vol van de PO en snakken naar sociale verandering, die de PiS hen belooft. Vier factoren spelen een rol.

1.

De modernisering van Polen onder het premierschap van Tusk was formidabel. Er kwam veel nieuwe infrastructuur (gefinancierd uit de EU-gelden), nieuwe voetbalstadions, musea,  nieuwe trams en treinen. Maar niet iedereen profiteerde.

Andrzej Duda dankt zijn overwinning aan de opstand van gewone burgers:  jongeren, 50 plussers, gepensioneerden, bewoners van kleine steden en dorpen. De verliezers van de modernisering, uitgesloten van welvaart. De werkloosheid onder jongeren is 26%. Vele Polen kiezen voor emigratie op zoek naar een fatsoenlijk leven. Maar de PO zag alleen de positieve kant, de nieuw verworven vrijheid van Polen als EU-burgers.

2.

De ontevredenheid van  de kiezers  richt zich ook op de politieke elites en de politieke cultuur – de Warschause kaasstolp, permanente ruzies, corruptieschandalen, nepotisme, en de minachting voor gewone burgers en hun sores.

Over abortus of in vitro bevruchting konden de rechtse partijen lang bakkeleien, terwijl sociaal-economische kwesties werden doorgedrukt zoals de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar, of weggemasseerd zoals verhoging van salarissen van verpleegkundigen. Pijnlijke en noodzakelijke hervormingen zijn door Tusk uitgesteld.

3.

De Poolse maatschappij is snel veranderd, de welvaartstoename heeft de verwachtingen verhoogd. Burgers zijn mondiger en veeleisender geworden. De overheid loopt achter met hervorming van rechtbanken, hoger onderwijs, de arbeidsmarkt met zijn tijdelijke ‘junkcontracten’ en de publieke gezondheidszorg met lange wachttijden. Terwijl de rijken in privé klinieken terstond behandeling krijgen.

Universiteiten zijn fabrieken van werklozen geworden. Ze bieden geen aansluiting op de arbeidsmarkt.   

Door vrij reizen en werken in de EU ziet de gewone Pool met eigen ogen dat elders de overheid om burgers geeft, minder vermogenden ondersteunt met kinderbijslag en huurtoeslag. En dat je van je zuur verdiende geld kunt leven.

4.

De crisis van de gevestigde partijen is een feit. De PO is een vormloze middenpartij geworden, ontdaan van ideologische veren. Zij vertoont trekjes van een zelfingenomen regentenpartij zonder contact met de burger.  De PO handelde op de automatische piloot: groei is goed voor Polen, Polen moet concurrerend blijven en de lonen laag. Het economische succes en de lof uit het buitenland maakten de partij doof en blind voor de neveneffecten.

Maar ook de – in naam - sociaal-democratische SLD is op sterven na dood. Het ontbreken van een linkse partij schept ruimte voor rechts populisme en radicalisering. Zie de onverwachte opkomst van de radicale anti-establishment beweging van de ex-rockster Pawel Kukiz. De outsider Kukiz kreeg 20% van de stemmen in de eerste ronde, vooral van de jongeren en 50-plussers. Kukiz was de katalysator van de burgeropstand en roep om verandering die zijn finale in de tweede ronde vond.

Een ruk naar rechts

Andrzej Duda treedt op 6 augustus in functie. De wittebroodsweken van de nieuwe president vallen samen met de verkiezingscampagne die eigenlijk al is begonnen. In het najaar (oktober of november) zijn de parlementaire verkiezingen. De regering van Ewa Kopacz (PO) moet oppassen om de kiezers niet tegen zich in het harnas te jagen. Een regeringswisseling of zelfs vervroegde verkiezingen kunnen niet uitgesloten worden.

De PO staat voor de keus: een reset of verliezen met als gevolg een leegloop of een splitsing. Kan de PO op zo korte termijn geloofwaardigheid herwinnen?

Met een voortzetting van de succesvolle strategie van Duda kan de PiS, ogenschijnlijk ontdaan van alle scherpe kantjes, Kaczynski weer aan de macht brengen. Dat kan de positie van Donald Tusk in Brussel aantasten.

De ware betekenis van de opstand van de burgers zullen we pas in het najaar zien. Polen is weer een onvoorspelbaar land. Een nieuwe generatie politici doet zijn entree. Of daarmee een sociale vernieuwing komt, blijft de vraag.