Weinig politieke sturing in geglobaliseerde wereld

DEN HAAG (PDC) - “Er ontbreekt een duidelijke politieke langetermijnvisie op integratie, waardoor er onduidelijkheid en ruimte ontstaat voor populistische partijen”. Zo betoogde René Cuperus, publicist, gisteren tijdens een door Sadik Harchaoui geleid debat, georganiseerd door ProDemos, de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) en het Montesquieu Instituut. De centrale vraag tijdens het debat was: Hoe Nederland omgaat en om moet gaan met spanningen in de wereld?

“De dialectiek van de globalisering.” Zo noemt René Cuperus de paradox van de globalisering die de wereld steeds platter, uniformer en kleiner maakt maar tegelijkertijd op nationaal niveau zorgt voor gevoelens van angst, woede en onzekerheid. De ongekende populariteit van de PVV en andere populistische partijen in Europa is volgens hem dan ook een opstand tegen de globalisering en het ontbreken van antwoorden hierop van de oude politieke partijen. De huidige negatieve focus op integratie en islam moet dan ook niet gezien worden als racisme of xenofobie, maar veel meer als een reactie tegen samenlevingsproblemen als criminaliteit waar te weinig aan gedaan wordt.

Quirine Eijkman (senioronderzoeker Centrum voor Terrorisme en Contra-Terrorisme, UL) ziet niet zozeer een probleem in de radicale meningen van populistische partijen als de PVV, maar mist vooral ruimte voor andere radicale meningen. Jihadisten zijn volgens haar eigenlijk hele moderne mensen die in deze geglobaliseerde wereld een probleem zien en ernaartoe gaan om er iets aan te doen. In Nederland is er echter een tendens dat we ons aan de regels moeten houden, wie dat niet doet moet maar opgesloten worden. Eijkman pleit echter precies voor het tegenovergestelde; we moeten de politieke kant erkennen van jihadgangers en andere mensen die graag anders behandeld willen worden. “Zonder dit politieke debat gaan we buitensluiten en krijgen we het later op ons bord”.

“Aan de ene kant onderschatten we het probleem van globalisering dus, maar aan de andere kant moeten we het ook weer niet overschatten”. Zo vat Sadik Harchaoui beide pleidooien samen. Korrie Louwers (oud-wethouder, D66) herkent beide perspectieven vanuit haar werk als wethouder in Rotterdam, maar is toch vooral positief. Zo is er aanvankelijk misschien weinig begrip en zelfs verzet tegen andere bevolkingsgroepen, maar dit verandert wanneer men echt met elkaar in aanraking komt. Dit moet echter soms wel van ‘bovenaf’ opgelegd worden om daadwerkelijk resultaat op te leveren.