Twee liberale premiers van verschillende snit

Alexander van Kessel is onderzoeker en verbonden aan het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis

Mark Rutte eindigde zijn regeringsverklaring op 26 oktober 2010 met een verwijzing naar zijn verre voorganger en geestverwant P.W.A. Cort van der Linden, ‘tijdelijk voorzitter van de ministerraad’ van 1913 tot 1918. ‘Ik wil niet verhullen dat ik een zekere verwantschap met hem voel, en niet alleen omdat hij mijn liberale betovergrootvader is in dit ambt. Ook in 1913 was er sprake van een ingewikkelde verkiezingsuitslag en een lastige formatie. Ook toen was de uitkomst een kabinet dat in de Staten-Generaal geen gegarandeerde meerderheid had voor alle voorstellen. Ook toen stond Nederland voor ingrijpende hervormingen.’

Of het van die ‘ingrijpende hervormingen’ onder Rutte gaat komen, valt nog te bezien. Wel is alvast duidelijk dat de startpositie van beide ‘liberale premiers’ sterk verschilt. Afgezien van het leeftijdsverschil (Cort was bij zijn aantreden 67, Rutte 42 jaar) zijn ook de politieke verschillen groot. Waar Rutte zich vanaf 2006 geleidelijk ontwikkelde tot onbetwiste partijleider van de VVD – hij zette zich in 2009 zelfs aan het schrijven van een nieuwe beginselverklaring – was Cort van der Linden partijloos, al zouden we zijn opvattingen tegenwoordig als ‘liberaal-sociaal’ omschrijven. Als gezagvolle buitenpolitieke figuur en nationale redder-in-nood was hij, toen een meerderheidskabinet niet realiseerbaar bleek, voor alle partijen aanvaardbaar als de aanvoerder van een extraparlementair kabinet. Een dergelijke bovenpartijdige statuur heeft Rutte na driekwart jaar premierschap in ieder geval niet

De resultaten van het kabinet-Cort van de Linden mochten er uiteindelijk zijn. Vooral de Pacificatie van 1917, waarmee de kwesties van de financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs én de kiesrechtkwestie werden opgelost, en het behoud van de neutrale status van Nederland in oorlogstijd, springen in het oog.

Het is te vroeg om de resultaten van het premierschap van Rutte nu al naast die van Cort van der Linden te leggen. Toch is het sterk de vraag of Rutte over negentig jaar gekozen wordt tot beste premier van de 21ste eeuw – een accolade die Cort van der Linden naar aanleiding van een enquête van Het Historisch Nieuwsblad onder de leden van de Eerste en Tweede Kamer in 2002 ten deel viel voor de voorbije eeuw.

Dit artikel verscheen in 'De Hofvijver' nr 5. d.d. 27 juni 2011.